de brief niet in den Raad ia gebracht.
De VOORZITTER zegt, dat de offertes zijn vergeleken.
De heer RIJPPAART weet niet, dat er een adres is
ingekomen.
De VOORZITTER zegt alleen te hebben gehandeld in
het belang van de gemeente.
De heer LAUREY is van oordeel, dat de Raad had
moeten beslissen. Burgemeester en Wethouders zijn
niet competent den auto te verzekeren.
.De VOORZITTER zegt, dat hij het beschouwt als de
plicht van het College den auto te verzekeren. Er is
geloot tusschen de twee maatschappijen. De derde
maatschappij had minder voordeelige voorwaarden.
De heer LAUREY merkt op, dat aan Fatum i,s geschreven,
dat de auto reeds verzekerd was. Er is een zeker
persoon een gunst verleend. Spreker meent, dat de auto
bij eene Engelsche maatschappij is verzekerd.
De VOORZITTER zegt, dat de ingekomen offertes kun
nen -worden ingezien.
De heer SPREI!G-ER zegt, dat de debatten sterk herin
neren aan dis, welke zijn gehouden bij den aankoop
van den auto. Toen zijn brieven voorgelezen, die er
niet waren. Spreker sluit zich aan bij den heer Laurey
om nadere inlichtingen. Spreker vraagt, om nadere ver
klaringen.
De VOORZITTER denkt daar niet aan.
De. heer-SPRENGER stelt voor den Voorzitter te ver
zoeken mee: te deelen uit welken post de auto"betaald
is.
De heer LAUREY steunt het voorstel.
Het voorstel, in stemming gebracht, wordt verworpen
met 8 tegen 7 stemmen.
Tegen s.tömden de heeren: Van Nooten; Van Eijl; Kuij s-
t.en; Brouwers; de HSÖn; Rops; Verdaasdonk en Rijppaart.
Voor stemden de heeren: Oomen; Veltman; Laurey; Drop
Loerakker; Sprenger en Van Gestel,.
De heer DROP had over deze kwestie het woord willen
hebben.