Ik zou zoo zeggen,Mijnheer de Voorzitterdat deze brieven van
de politieagenten geen ve-rder commentaar behoeven en voor het
geval dat sommige raadsleden die epistels nog niet duidelijk
genoeg mochten vinden,wil ik even voorlezen een passage uit
een brief van het Bestuur vaa den R*K.Politiebond, luidende als
volgt: t
"Ter voldoening aan Uw vffzoek doe ik U bijgevoegd toekomen de
afschriften van de brieven vaa de agenten vaa politie X en X,
waaruit naar mijne meening maar al te duidelijk een taaspreekt
over het* waarom, welke geen naderen uitleg behoeft .Boven en
behalve dit heeft een hunner verteld,dat zoo hij zijn lidmaat
schap van bedoelden bond niet opzegde, hij--me-t grond vermoedde,
dat vandaag of morgen zijn ontslag zou volgen, zij het dan ook
om andere voorgewende redenen."
Het afd.Bestuur van St.Michael."
Waarom ik deze zaak uitvoeriger heb besproken?
Eenvoudig om deze reden-omdat ik mij,zeker als Katholiek Raads
lid, er voor schaam,te moeten confetateeren,dat het heden ten da
ge nog mogelijk is dat het grondwettig recht van vereeniging hier
in Ginneken tot een jAjHrf luit ing wordt gemaakt ,0'mdat -ik als
Katholiek Raadslid,men moge mij dan zoogenaamd democratisch
of vooruitstrevend noemen,het betreur,dat het recht van organi
satie,door onze hoogste Kerkelijke Autoriteiten voor een ieder
opgeeischtop dergelijke wijze,door een Katholiek Eestuurder
nog wel,voor R*K.arbeiders(politieagenten)inmogelijk wordt ge-
maakt^en een R.K.Bond in casu St.Michael,uit de gemeente wordt
verjaagdDaarom heb ik deze zaak,Breedvoerig,ter sprake gebracht
om,mede op verzoek van het Hoofdbestuur van St.Michael,krachtig
te protesteeren tegen wat met kan-noemen:verkracht ing van het
organisatierecht door machtsmisbruik of wellust.
Ik kan U bovendien de verzekering geven Mijnheer de Voorzitter,
dat alle R.K.Raadsleden,de Wethouders incluis,die deze kwestie
van den beginne af hebben meegemaaktin hun hart ervan over
tuigd zijn,dat de geschiedenis,rondom onzé politiemannen afge
speeld, zooals ik die hier gegeven heb,werkelijk waar is,al zijn
er misschien*onder die leden enkele,die niet den moed zullen
hebben openlijk in deze voor hun overtuiging uit te komen.Dat
noemt men dan consevatieve politiek» ik noem het dompers-politiek,