11
Spreker zou willen voorstellen nog geene beslissing te te
nemen
Hij zou willwn voorstellen met al de medici er eens over
te spreken Verschillende leden zijn afgeschrikt van de kos
ten
De Heer LOERAKKER zegt, dat er twee voorstellen voorliggen.
Er bestaat echter tusschen beide een principieel verschil. De
Heer Sprenger spreekt van overheidsteeltf%j) in het R.K.
Gemeenteprogram waarop de Heer Laurey zich beroept, wordt
gesproken van overheidsSpreker is niet voor over
heidszorg; wel voor overheidstoezicht Wanneer er een goed
toezicht wil zijn, moet de schoolarts een kinderarts zijn
Spreker is ook voor een goede regelingen anders heeft hij er
bezwaar tegen Er moet eerfet overleg worden gepleegd met de
leerlingen van de bijzondere scholen o Spreker is van oordeel,
dat het voor deze gemeente ondoenlijk is een beroepsschoolarts
aan te stellen. Een goed middel zou zijn onderlinge samenwer
king vqn gemeenten. Spreker vraagt of van Ginneken niet zot.
kunnen uitgaan overleg te plegen met andere gemeenten. Dan
zou wellicht een beroepsarts kunnen worden aangesteld
De VOORZITTER vindt het voorstel sympathiek met andere ge
meenten overleg te plegen Hij vraagt echter of van Ginneken
niet een verzoek zou kunnen uitgaan tot Gedeputeerde Staten
om de zaak 'pa&evie-ioneeï" te regelen
De Heer LAÜSEY is .het eens met den Heer Loerakker In
tweede instantJ?tie zou hij zijn voorstel willen zien toege
past om overleg te plegen met Gedeputeerde Staten
De VOORZITTER zegt, dat een en ander kan samengaan
De-Heer SPPENGER begrijpt niet het pessimistisch inzicht
van den Heer van den Hurk Spreker heeft enkele spécialitéit-e-
ten geciteerd Men moet de zaak zich niet voorstellen, dat
de dokter niet iedere maand onderzoekt. Omtrent sommige ziek
ten behoeft slechts enkele malen een onderzoek te worden in get-
steld Spreker voelt meer voor samenwerking van gemeenten
dan me om een motie te richten tot Gedeputeerde Staten
Spreker
•j.
1
8-