dat de put te klein was. De heer RIJPPAART merkt op, dat geen maatregelen XXXKXg&ïïS' zijn getrcgfen, omdat de looierij is opgeheven, De heer LAUREY zegt, dat Aartsen een onjuist ra,pport &eeft uitgebracht. De heer VAN NOOTEN zêgi, dat de puttèn', welke Aartsen in de looierij heeft o£gegegen$, aranweigg zijn. De-VOÖRZITTER deelt ihede, dat volgens het rapport van Aartsen het vuil van het erf van den heer Oomen door de rioleering moet. De heer OOMEN antwoordt, dat, al was dat zoo, daartegen geen bezwaar bestaat; dan komt het weer op zijn eigen land. Spreker verzoekt den Voorzitter zijn j scherpe woorden te willen terugnemen* De VOORZITTER tsekt, als hij te veel heeft gezegd, gaarne zijn woorden in; dan werd hij niet juist inge licht. De heer OOMEN dankt de raadsleden voor het onder- zoek, dat ze hebben ingesteld en den Voorzitter voor het herroepen zijner woorden. Spreker ia van meening, dat men nog niet gevrijwaard is voor vuil uit looierij en. De VOORZITTER antwoordt, dat Smeeken© ook is aange schreven. Branden 2, De heer VERLEGH zegt, dat in de oude school licht. licht heeft gebrand tot s avonds twaalf uur, De VOORZITTER zal dit onderzoeken, Reclames 3, In behandeling wordt genomen "een verzoek schoolgeld, van J. C&rbaaxr, Bieberg, om ontheffing van schoolgeld. De heer SPRINGER zegt, dat adressant inderdaad werkloos was. De heer'LOERAKKER stelt voor, dat door Burgemeester «r r l 0 1

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1927 | | pagina 124