aart
raad©-
n boo-
[aart
101-
>uders
ren,
i
ïgen-
Er
con-
3 be-
fce-
33,33-|
i ble-
ter-
7.
58,
a
rden
het
der
er-
,at
tend
3.
zoo, dat er niets te vermelden valt,
De 'heer SPRENGER zegt de verslagen van 1924 en 1925 te hebben
nagelezen. Spreker vataagt, wat is gedaan naar aanleiding van de
daarin gemaakte bemerkingen. Hij vraagt voorts, of door Bur
gemeester en Wethouders is onderzocht, wat de taak is der
commissie; Wat de commissie doet wordt doodgezwegen, Spreker
is van oordeel, dat de commissie bij wijze van protest iesehts
een verslag pro forma heeft uitgebracht.
Hij vraagt, wat de Voorzitter daarop heeft aan te merken.
De VOORZITTER zegt niets te hebben aan te merken.
De heer SPRENGER stelt daarop de volgende motie voor:
Ee Raad der gemeente Ginneken en Bavel in zijne openbar®
11 vergadering van 19 Mei 1937;
Gezien de houding van Burgemeester en Wethouders, aangenomen
ten aanzien van de werkzaamheden der commissie van Toezicht
op het lager onderwijs, een houding, waarin die commissie
van Toezicht blijkbaar aanleiding heeft gevonden over de
werkzaamheden van 1926 slechte een rapport pro forma in te
dienen;
Noodigt Burgemeester en Wethouders uit betreffende de ver-
slagen van 1924 en 1925 alsnog overleg met die Commissie te
H plegen en het resultaat van dat overleg aan den Raad mede
n te deelen.
En gaat over tot de orde van den dag.1'
De heer LOERAKKER acht de mo-tie voorbarig. Hij vraagt, of
de heel: Sprenger overtuigd is, dat de door hem aangegeven reden
de juiste is, waarom de commissie een dergelijk verslag heeft
uitgebracht,
De heer SPRENGER zegt daarvan volkomen overtuigd te zijn.
De heer LOERAKKER zou Burgemeester en Wethouders in over
weging willen geven zich met de commissie in toerbinding te stel
len om nadere inlichtingen.
De VOORZITTER acht de' commissie te hoog, dan dat zij op
dien grond een dergelijk verslag zou hebben uitgebracht, We
kunnen toch aan de commissie niet vragen, hfebt dat wel ernstig
bedoeld,,
De heer VAN DEN HURK zou willen voorstellen om de commissie
te
O w