wat niet juist is. Spreker leest den brief voor om aan te
toonen, dat zijne vroe-gere bewering juist was.
De heer VAN DEN HURK' gaat niet uit van de veronderstel
ling, da"t de Voorzitter iets heeft vooxgelesen, wat niet
in den brief stond. Ie kunnen echter op een onjuiste
offerte niet ingaan.
De heer SPRENGER stelt voor den wagen van Bakker-Ver
meulen aan te koopen, zaoale prijsopgave -is gedaan, doch
met een bak van 5-| M3, Daarbij zal dan worden gevraagd,
hoeveel de prijs wordt verminderd, doordat de inhoud van
den bak v/ordt verminderd man 6 M3 tot 5-| M3,
Dit voorstel wordt gesteund door den heer Laurey,
Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen.
Voor stemden cferhalve de heeren: Laurey; Sprenger;
Veltman; Loerakker; Oomen; Vermeulen; Van Eijlj-Van Nooten;
Van den Hurk; Rops en Verlegh.
- i
Bestek 3c, Bespreking over het bestek van de verbetering der
Wilhel
minastraat» Wilhelminastraat,
De heer LAUREY zegt, dat in de vorige vergadering de
Raad de vergoeding heeft vastgesteld voor den heer Van Veen,
Spreker zou willen vragen hoe hoog de kosten van dat werk
zullen komen.
De VOORZITTER wijst er op, dat op de begrooting een
bedrag van 46000.- ie uitgetrokken. De Raad heeft beslo
ten de Wilhelminastraat te verbeteren. De keien zijn zoo
goedkoop mogelijk aangekocht.
De heer SPRENGER merkt op te hebben gezegd, dat bestek
en teekening in den Raad behooren te komen. Voordat met het
werk wordt aangevangen, moeten we weten, hoe breed de straat
wordt,
De VOORZITTER antwoordt, dat de heer Van Veen heeft
i -
gezegd geen bestek te kunnen maken,
0 -
De heer LAUREY vraagt hoe hoog de kosten zullen be-
loopen.
De VOORZITTER doet mededeeling van de verschillende
offertes»
De
j. .i J
r
-r
S
t