De heer SPRENGER wenscht er zijn verwondering over uit
te spreken, dat de Wethouders hebben medegestemd.
Onderzoek 3. Onderzoek van de geloofsbrieven van de nieuw-gekozen
geloofs- t
brieven raadsleden,
nieuwge-
kozen raads- Door Burgemeester en Wethouders is een prae-advies
leden.
overgelegd, hetwelk als bijlage 3 bij deze notulen zal worden
gevoegd.
De VOORZITTER stelt voor, ingevolge artikel 1 van het
Reglement van Orde voor deze vergadering, een commissie van
drie leden te benoemen om de geloofsbrieven staande de vergade-
ring te onderzoeken en daarvoor aan te wijzen de heeren Van
Eijl, Loerakker en Oomen»
Dit voorstel wordt goedgevonden; de genoemde personen aan
vaarden de hun opgelegde taak.
De vergadering wordt tijdens het onderzoek geschorst.
Na het onderzoek deelt de heer VAN EIJL namens de Commissie
mede, dat deze de geloofsbrieven heeft onderzocht en met alle
daarbij behoorende stukken in orde heeft bevonden. De commissie
adviseert derhalve al de gekozenen toe te laten.
De VOORZITTER stelt voor overeenkomstig het voorstel van
de oommissie te besluiten.
De heer VERLEGH maakt bezwaar tegen de toelating en zegt:
Naar aanleiding van het voorstel tot toelating der nieuw-
gekozen larden, meen ik ernstige bezwaren tegen deze toelating
te moeten maken. Het is mij gebleken, dat bij de gehouden
stemming de bepalingen neergelegd in de wet niet zijn nageleefd,
waardoor mijns inziens moeilijk tot toelating kan worden be-
sloten
loin artikel 86 staat voorgeschreven, dat de voorzitter de
stembiljetten opent; zulks is, voor zoover betreft het
1ste stembureau, niet geschied. Alle leden benevens nog
toegevoegde hulp, hebben de stembiljetten geopend, geteld
en gesorteerd per lijst. Zmlks blijkt in strijd met de
wet» Naar mij is medegedeeld, is dit ook geschied in het
3 de
C -
-
v
- -
x. -
-• 'i-4 b - a c i
i