14 .-
overleg
Bouwplan 24. Ce Heer SPRENGER vraagt, wat gevolg het vessla-g heeft
van Dongen
gehad met den Heer van Eongen en den Heer Schaap
De VOORZITTER antwoordt, dat de -eer Schaap het niet eens
is met het bouwplan; de Heer van Dongen zal nieuwe teeke-
ningen indienen
I
Waarschuwings- 2§. Ce Heer SPRENGER vraagt, wat het resultaat is van -
borden
de vragen van den Heer Verdaasdonk omtrent het plaatsen
van waarschuwingsborden
Ce VOORZITTER antwoordt, dat de borden zijn besteld
Bespreking 26. De Heer DROP betreurt het, dat hier van weérszijden
rondvraag
verkeerde inzichten bestaan. Het is niet vol te houden,
dat een Voorzitter aan een lid van den Raad geen antwoord
geeft. Anderzijds is het voor den Raad niet uit te houden,
dat telkens een reeks vragen worden gesteld
Spreker zal ieder methode om het stellen van vragen te
beperken in de hand werken. Het is verder een kwestie van
verhoudingen. Spreker heeft zich geërgerd over de onbenul
lige vragen, welke hier, niet alleeen door dèn Heer Spren-
ger werden gesteld Dat dcet de waardigheid van den
Raad niet goed
Aanstelling 27. De Heer DROP wenscht nog te bespreken de benoeming van
Meteropnemer-
incasseerder.den meteropaamer-incasseerder bij het water en electrici- i
teitsbedrijfwaarover in de vorige vergadering* i's gespro
ken. Door een lid van den Raad is toen gezegd, dat de po
sitie van een raadslid tengevolge van de benoeming van
een familielid door zilveren handen zou worden gekneld
Spreker betreurt die uitdrukking, welke in de vorige ver
gadering is gebezigd, vooral ook omdat het betrokken lid
niet aanwezig was. Het feit, dat iemand een paar vergade
ringen niet. heeft bijgewoond, zegt niets. Spreker heeft
verder een onderzoek ingesteld. Hij heeft de betrekkelijke
verordeningen ontvangen en daaruit blijkt, dat het benoe
mingsrecht bij Burgemeester en ïïethouders is. AAagszien
de lichtccmmiesie geen bezwaren heeft, bestaat er geen aan
leiding