niet langer zal werden tegengewerkt; en gaat over tot de erde van den dag." Alvorens tot de stemming over de motie over te gaan, wil de VOORZITTER een enkel woord in het midden brengen. Bij aan dachtige lezing van de motie valt het woord langer op. épreker wenscht hier de uitdrukkelijke verklaring af te leggen, dat hij nooit eene gezonde organisatie heeft tegengewerkt. Bat de heer Spr enger in de vorige raadsvergadering heeft gezegd, dat spreker de organisaties in het algemeen als de pest zou beschouwen, is onwaar en uit zijn verband gerukt. Als spreker in dien geest heeft gesproken, heeft hij alleen bedoeld en dat wenscht hij hier te herhalen, dat hij voor zichzelf een hekel heeft aan organisaties, die se tbe leiden de menschen ontevreden te maken. En wanneer spreker het alternatief stelt, aanvaardt hij het principe. Over het principe wil hi j_ hier de verklaring geven, dat hij alles voor gezonde organisatie veelt, wat boven dien grondwettelijk is vast gewiegd; dat hij zich daar nimmer tegen verzet heeft en, ik herhaal het, zegt gpreker, ook nimmer tegen zal verzetten en dat hij de menschen volkomen vrij heeft gelaten en volkomen vrij zal laten zich te organiseeren. Be heer SP REN(SR merkt op, dat hem die verklaring in strijd met de waarheid lijkt. Spreker meent, dat de Voorzitter heeft gezegd, dat de benden de pest zijn. Spreker spreekt tegen, dat de Voorzitter nooit de organisaties heeft tegengewerkt. Het is bekend van de politie en van de gemeente-werklieden. Spreker heeft zelf uit den mond van een werkman gehoord: als de Burge meester het niet graag heeft, dan ga .ik er naar liever uit U zegt natuurlijk niet: je moet er uit. Het spijt spreker overi gens, dat de stemmen over de motie hebben gestaakt. Be motie vraagt niets anders dan wat artikel 9 van&e Grondwet bepaalt. Een raadslid, dat trouw beloofd .of gezworen heeft aan de Grond wet, mg er niet tegen zijn. Be motie is niet goed begrepen, anders was ze met algemeens stemmen aangenomen. Het gaat niet cm georganiseerd overleg; het gaat cm de vrijheid van de men schen om zich te organiseeren Be VOORZITTER zegt, dat, indien hij werkelijk gezegd zou hebben

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 62a