hebben, dat de menschen zich niet mogen crgani- seeren, hij daarmee toch niets zou bereiken. Spreker weet «SSIï op den huidigen dag nog niet> wie georganiseerd zijn. Spreker zegt Voorzitter te zijn ge'worden van eene vereeniging van jachtopzieners; hij zal dus voor hunne belangen, cok voor hunne stoffelijke belangen, moeten opkomen. Spreker kan niet tegen zijn gemoed spreken; wat de heer Sprenger zegt is een slag in de lucht; het is absurd en absoluut niet waar. Te heer RIJPPAART zegt met de Leeuw en Govaarts te hebben gesproken. Er liepen geruchten, dat die uit de organisatie -waren gegaan. Beiden hebben echter verklaard geheel uit vrijen wil, zender eenigen dwang, uit de or ganisatie te zijn 'getreden. De VOORZITTER zegt, dat de raadsleden vrij het poli tie-personeel mogen hooren. AI's spreker er ooit op heeft gewer kt, dat de politie de organisaties zou verlaten, mg men hem als leugenaar betitelen. Spreker weet van de politie en van het organiseeren van het ge neente-per so ke el niets. Hij heeft die menschen in geen twee jaar ge sproken. Be heer EAUREY was aanvankelijk van plan zich in deze kwestie niet te mengen. Bat hij nu gehoord heeft, druischt in «tegen wat hij hier de laat ie jaren gehoerd heeft. Be Rijppaart denkt er in zijn hart anders over. Spreker wijst neg op de voorgeschiedenis van deze aange legenheid. Toen voor enkele jaren afgevaardigden van den bond St. Michael "nun opwachting maakten cp het raad huis, stonden de vier po lirt ie agenten opgesteld voor het raadhuis en deelden mede, dat de afgevaardigden niet behoefden te komen, want dat zij, de politie-te ambten, tevreden waren. Be VOORZITTER vraagt, of de Burgemeester misschien •daarbij stond. De heer LAU'REY antwoordt, dat die altijd achter de schermen werkt Be VOORZITTER zegt zijne verklaring te hebben gegeven; het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 65