te schrijven.De heeren Van Nocten en Rijppaart zijn er geweest en hebben met den heer Van Veen overlegd.Den heer Van Veen is herhaaldelijk gevraagd, waarom geen borden werden geplaatst. Door den heer Van Veen is gedaan,wat gedaan kon worden. Van niemand uit Ulvenhout is eene klacht ingekomen. De heer LAUREY- zegt de vragen niet gesteld te hebben als ver wijt tegen den heer Van Veen. De VOORZITTER zegt' het den heer Laurey niet kwalijk te nemen, dat door hem vragen zijn gesteld. De heer LAUREY zegt,dat het schrijven in de krant zijnnut heeft gehad De heer SPRENGER 2egt,dat de heer Van Veen niet voor de verkeert kwestie heeft te zorgen. De VOORZITTER antwoordtdat het verkeer normaal heeft gefuncti- onneerd behalve in de dagen van den doei. De heer 00 MEN zegt,dat de uitvoering moeilijkheden meebrengt. De uitvoerder heeft niet voldoende rekening gehouden met de moeilijkheden.Er is nog een gleuf gegraven van 150 meter, terwijl er geen buizen waren.De menschen nemen het op als plagerij.De heer Van Veen houdt niet voldoende rekening met de belangen var de bewoners De VOORZITTER merkt op,dat men een volgenden keer den heer Van Veen geen werk meer moet opdragen.Spreker is van oordeel,dat de heer Van Veen zijn werk goed doet De heer KUIJSTEN zegt,dat de buizen te laat aankwamen.Pet is zijns inziens geen plagerij.Het is goed gegaan. 11.Vragen van den heer Drop betreffende de toepassing van de ver- Vragen Drop verordening ordening cp de openbare vermakelijkheden-, vermakelijk heden. 7egens afwezigheid van den heer Drop wordt dit punt aangehouden 12.Vragen van den heer Drop betreffende eene aangevraagde bouwver- Vragen Drop bouwv er gun- gunning ning De vragen zijn door Burgemeester en Wethouders schriftelijkbe- antwoord.Het antwoord is aan den Raad overgelegd. 13 Bezwaarschriften tegen het ontwerp-uitbreidingsplan. Bezwaar schriften De VOORZITTER zegt,dat de bezwaren tegen het uitbreidingsplan uitbrei dingsplan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 7a