Op voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt door
den Raad besloten, aanvangende in 1830, eene versterkte
aflossing te doen gedurende de eerste tien jaren tot een
bedrag van 500.- en daarna nog gedurende 15 jaren een
bedrag van fc 150
Goedkeuring b. Besluit van Gedeputeerde Staten van 31 October
wijziging
reglement
burgerlijke
armbesturen.
besturen.
Brief P«de Leeuw
aannaaien baaoeming
secretaris-pen
ningmeester
armbestuur Ginneken. benoeming tot secretar is -penningmeester
van het burgerlijk armbestuur van Ginneken
in dank te aanvaarden.
De stukken sub b en c bedoeld worden voor kennisgeving
aangenomen»
.Brief d. Een schrijven d-d. 7 November 1828 van den heer
houtvester^
houtvester in de houtvesterij Breda betreffende
het gesprokene in de laatste raadsvergadering.
De heer LQERKKXER merkt op, dat uit den brief van den
houtvester blijkt, dat de boschwachters hun plicht doen. De
Raad is ongetwijfeld overtuigd, dat zij hun plicht doen.
De VOORZITTER zegt, dat dit in het algemeen het geval is.
Hij zegt, dt niemand de bedoeling heeft gehad de boschwach-
ters te beleedigen. Een ideale toestand zou zijn een aparten
boschwachter aan te stellen om in de bcsschen te surveilleeren
Spreker zegt nog te hebben opgemerkt, dat de rechtbank wei
nig meewerkt, doordat weinig wordt gestraft.
De heer LAUREY is er niet voor hè schrijven vcor kennis
geving aan te nemen. Naar sprekers meening behoort de Raad
kennis te geven, dat door hem met waardeering is kennisge
nomen van de activiteit van de boschwachters tot bestrijding
van de zedeloosheid.
De heer LOERAKKER voelt veel voor het idee van den heer
Laurey
1928 G. No. 208, lie af deeling tot goedkeuring
van hè raadsbesl\iit van 13 October 1928 tot wij-
ziging van het reglement op de burgerlijke arm«=
c. Eene kennisgeving d.d. 26 October 1928,
waarbij de hear P. de Leeuw bericht zijne
e
t