en die het geheele belastingvraagstuk moest behandelen,was een parig van oordeel,dat de kleinste inkomens door de"serieuze" schaal te zwaar werden belast;zij deed wel geen voorstel,maar heeft bereikt,dat Burgemeester en Wethouders hun pae«ief stand punt lieten varen en dat de medewerking van de zijde van het College werd verleénd.Het uiteindelijk resultaat van die samenwer king-we mogen gerust spreken van die vruchtbare samenwerking-is de schaal der progressie,waarvan de heer Drop zeide,dat zij tegen over een groot aantal gemeenten in ons la,nd den toets der critiek kan doorstaan.Ware dit resultaat,waarover we ons ongetwijfeld te allen verheugen,niet eerder bereikèn geweest,wanneer Burgemeester ,en Wethouders niet voortdurend afwijzend hadden gestaan tegen over het initiatief van enkele raadsleden en wanneer niet de raadsmeerderheid het College in die halsstarrige houding had- gestijfd? 5 Een andere vrucht van het jaar 1-928 is te zien in den staat van schulden,behoorende bij de begrooting.Daar zoeken we tevergeefs- gelukkig-naar* de leening van het jaar 1822. De troepenleveranties/ waarvoor de gemeente oorspronkelijk f.19622.40 leende,zijn lang zamerhand wei opgesoepeerd of bedorven.'t Is dus meer dan zot, dat nog steeds een bedrag van f.5500.op den staat van schulden voorkwamweliswaar bracht zulks voor de gemeentekazen geen over matige belastingdruk mee,maar een ieder,die beschikt over een mi nimum van zakelijk inzicht,voeltdat zoc/n leening ,voor iets dat niet meer bestaatzocp. schuld,waar geen bezit meer tegenover staat,moet verdwijnen.Het is al erg genoeg,dat eerst een raadslid hierop moest wijzen,aangezien bij het College dit minimalle begrip van debê»t en credit ontbrak.Maar erger is,dat U toen voor dat raadslid slechts hoon over had,zelfs bij herhaling.Of hebben Burgemeester en Wethouderê^voordat de commissie voor de begroo ting, voor 1928 in een schriftelijk rapport deze kwestie aanroerde het niet noodig geacht,eens over deze zaak na te denken,eens na te gaan,of bedoeld raadslid misschien toch gelijk kon hebben? Dat zou wijzen op'een schromelijk gebrek aan plichtsbesef zoowel bij U,Manheer de Voorzitterals bij de wethouders.Maar enfin,al worstelend vinden wij't spoor.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 129