De heer BROUWERS vraagt of van Dijk voorkeur heeft
De VOORZITTER antwoordt, dat die binnen enkele dagen
moet beslissen, wanneer eene aanvraag binnenkomt
Het verzoek van den heer Keep zal worden afgewacht
Adres Mevr. 3. Eesprcfeen wordt het adres van tóevrouw Gelens-Crüter
Gelens-Gruter
om subsidie
De heer DROP vraagt of die diensten verricht voer de
gemeente
De VOORZITTER zeet, -dsit zij geen gemeente-vroedvrouw is.
Spreker meent, dat geen subsidie moet worden verleend
De heer LOERAKKER is tegen het voorstel van den Voorzit-
- i
ter. De Voorzitter heeft zelf gezegd, dat, wanneer de toe
stand veranderde, weer subsidie zou kunnen worden verleend»
De heer DROP zegt, dat de vraag is of men met de verlos
kundige eene overeenkomst heeft. Spreker reserveert zich
daarop terug te kotsen
De VOORZITTER gelooft niet, dat er reden bestaat subsidie
te verleenen. De concurrentie met de geaeesheeren is zoo
groot, dat die eveneens voor een betrekkelijk gering bedrag
hulp verleenen
De heer LOERAKKER merkt op, dat de vorige vroedvrouvpn
ook deze subsidie hebben gehad De subsidie is om princi-
pieele redenen geweigerd. Spreker stelt voor subsidie te ver-
leenen
De heer DROP vraagt of de gemeente verplichting ]ïeeft.
Vroeger is dat blijkbaar wel het geval geweest. Er waren
toen particuliere redenen, die tot weigering aanleiding heb
ben gegeven, maar die nu vervallen zijn. Spreker wil*het juis
te voorstel van den Heer Loerakker vernemen
De heer LOERAKKER zegt, dat ze vroeger 500 subsidie heeft
gehad. Nu de particuliere omstandigheden, welke tot weigering
aanleiding hebben gegeven,- vervallen zijn, wil spreker subsi
die geven
De VOORZITTER zegt, dat de toestanden ge?/ijzigd zijn In de
volgende vergadering kan het verzoek worden behandeld. Spre
ker beschouwt het toestaan eener subsidie als het seven van
een