Hij vindt het gek, dat nu wordt gevraagd, wat we maLZxd&xxmaH, met den man doen moeten. Spreker is niet bang,dat de man zal leegloopen. Het bouwtoezicht laat te wenschen over, dat voelt iedereen. Deze ambtenaar is zeker te Ginneken op zijn plaats. Er kan eene woningtelling worden gehouden; we weten niet juist den woningvoorraad. Verder wijst spreker op de werking van de schoonheidscommissie. De wijze, waarop die werkt, is onhoudbaar. Hai Art. 5 der bouwverordening is sprekers troetelkind. De niemwe opzichter kan, indien hij smaak hee f tinlichtin - gen geven omtrent dat punt. Spreker heeft in den heer van Meel een gunstigen indruk gekregen; het door hem overgelegd rioleeringsplan was heel goed. er Wanneer de schoonheidskwestie er bij komt, heeft spreker niet de overtuiging, dat van Meel daar - voor geschikt is. De Voorzitter is van oordeel, dat het met het bouwen niet zoo'h vlucht zal blijven nemen. Hij hoopt, dat de Schoonheidscommissie nooit zal verdwijnen. Als teekeningen behooren te worden afgekeurd, moet dat gebeuren. Als een gevel aan - stool geeft, moet die worden afgekeurd. De bouw - jkjj kundige moet beoordeelen of een huis aan de eischen voldoet. Spreker is het niet met den heer Sprenger «.suxs^xlai eens, dat de bouwkundige de schoonheidscommissie zou kunnen vervangen. Van den heer van Meel zijn de meest gunstige inlichtingen verstrekt; ook was spreker bij een bezoek aan den Burgemeester van Bergen op Zoom en den Directeur van openbare werken aldaar. Wanneer de heeren in Bergen op Zoom zijn ge weest, zullen ze hetzelfde hebben vernomen. Indien de Raad aan Burgemeester en Wethouders een opzich - ter kunnen bezorgen, die aan de eischen voldoet, is het 3preker goed. Burgemeester en Wethouders moeten er mede werken; zij kregen hst op hun rug, als het niet goed is.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 161