De heer Kuijsten is overtuijgd, dat bij de drie of vijf sollici
tanten, die naar voren zijn gebracht, goede krachten zijn. We
kunnen uit die drie of vijf er een kiezen.
De heer Brouwers kan zich voorstellen, dat de man zijn
werk zal hebben.
De Voorzitter beschouwt hem op het oogenblik als een
luxepaard
De heer Brouwers acht het nuttig, dat er een bouwkundige
wordt benoemd.
De heer Veltman zegt zich voor deze kwestie weinig ge -
interresseerd te hebben. Spreker was er voor de bouwcommissie
te hooren. Hij is van oordeel, dat de opzichter zijn werk zal
hebben. Hst is eens moeilijke kwestie. Ws moeten een man krij -
gen uit een stuk. Laat de Raad daarnaar streven. Spreker acht
hst geen gemakkelijke taak om uit al die aollicitanten de besten
naar voren te halen.
De Voorzitter onderschrijft het betoog van den heer Velt
man, We moeten kijken naar den be ste Spreker kan nummer een het
meest aanbevelen. De functionaris moet staan buiten alle Ginne -
kensche politiek. Spreker ziet op tegen de combinatie met Aart-
sen. Het gevaar bestaat, dat de benoemde komt onder invloed van
Aartsen of dat hij zich heelemaal stelt tegen Aartssn. Spreker
kan de woorden van den heer Veltman tot de zijne maken; laat on
den beste nemen. Nummer 1 van de aanbeveling is naar sprekers
meening de be3te.
De heer Kuijsten merkt op, dat ieder daarover zijne mee
ning kan hebben.
De heer Laurey merkt op, dat de gekozene kan tegenvallen
Spreker wil daarom de benoeming doen voor den tijd van e'e'n jaar
met uitzicht op eene vaste aanstelling.
De Voorzitter acht het geen bezwaar die voorwaarden te
aanvaarden
De heer Loerakker zegt kort te kunnen zijn. Wat de heer
Veltman gezegd heeft, geldt voor alle Ginne kensche kwesties.
Spreker heeft aan al de sollicitanten gevraagd of ze bezwaar
hebben tegen eene tijdelijke aanstelling voor proeftijd van een
jaar. Aangezien Burgemeester en Wethouders nummer twee op de aan