Pae-advies of t oei:-, oh* in g op de verschillende punten van de
agenda voor de Raadsvergadering van 9 Maart 1928.
Aan
den Gemeenteraad.
Naar aanleiding van de verschillende punten der agenda voor
de Raadsvergadering op Vrijdag,9 Maart a.s.hebben wij de eer het na
volgende mede te deelen:
1.Ingekomen stukken.
De verschillende stukken zijn ter inzage gelegd.Onder die stukken
bevindt zich eene missive van den Griffier der Staten van Noord-
Erabant van 29 Februari 1928,G no.187,waarbij de Raad wordt opge
roepen om op Woensdag,21 Maart a.s.te verschijnen in de vergade
ring van Gedeputeerde Stateh,waarin verslag zal worden uitgebracht
in zake het beroep van het R.K.Schoolbestuur te Eavel "betreffende
de vergassing,bedoeld in art .101 tweede lid der L.O.wet 1930.In
de vorige vergadering werd reeds besloten in deze geen verdere
maatregelen te treffen.
Wij stellen voor al de ingekomen stukken voor kennisgeving aan te
nemen.
2.Vragen van den heer W.ürop betreffende de toepassing van do veror
dening op de ffcpenbaro vermakelijkheden.
Dit punt is in de vorige Raadsvergadering aangehouden.
De vragen en het antwoord zijn weder ter inzage gelegd.
3.De behandeling van de gemoente~rekeningê& en do bedrijf ere koningen.,
dienst 1926.
Dit punt is in de vorige vergadering aangehouden.
Aan de Commissie,belast mot hot onderzoek van do rekening,zal wor
den verzocht verslag uit te brengen.
/^.Missive van Gedeputeerde Staten betroffondo do gemeente-begroot ing,
dienst 1928.
Van Gedeputeerde Staten is eene nadere nota ontvangen,betreffende
de gemeonto-begrooting, dienst 1928.
Een ontwerp-antwoord is overgelegd;wij stollen den Raad voor dit
vast te stellen.
^-©-.Missive van Gedeputeerde Staten betreffende hot raadsbesluit van
15 Februari 1928 tot wijziging van de be groot ing, dienst 1928.
Door Gedeputeerde Staten zijn op bedoeld raadsbesluit enkele be
merkingen gemaakt
Een ontworp-antwoord is overgelegd;wij stollen don Raad voor dit
vast te stellon.
6.Verslag van do Eelasting-commissie met voorstel van Burgemeester
on Wethouders.
Naar aanleiding van het feit,dat de Minister van Binnenlandscho
Zaken en Landbouw bezwaar hoeft geopperd tegen het besluit van
den Raad van 20 December 1927 tot wijziging van het besluit tot
heffing oener plaatselijke inkomstenbelasting,heeft de Raad in de vo:
vergadering van 15 Februari jl.aan de Belastingcommissie verzocht
deze aangelegenheid nader onder de oogen to zien.Do Commissie heeft
gevolg gegeven aan het verzoek en een nader rapport uitgebracht.
Het rapport is ter inzage gelogd.
De Commissie stelt voor den aftrek voor noodzakelijk levensonder
houd, overeenkomstig den wohsch van den Minister,te handhaven op
ƒ.500 en /.700.Verder ételt zij voor den progressieven kinderaf
trek, waartegen door den Minister geen bezwaar is gemaakt,te hand
haven .Voorts heeft de Commissie een nieuw tarief ontworpen als be
doeld in artikel 5 van het heffingsbesluit.Een ontwerp-besluit tot
wijziging van het besluit tot heffing eoner plaatselijke inkomsten
belasting en oen uitgewerkt tarief zijn door de Commissie overge
legd.wij kunnen ons vereenigen met het rapport en de voorstellen
vah de Commissie.Wij stellen den Raad voor het ontwerp-besluit en
het ontwerp-tarief,welke hierbij zijn gevoegd,vast te stellen en
bij de inzendigg de teleurstelling van den Raad kenbaar te maken,
dat zonder aangevoerde motieven aan het vorig raadsbesluit goed
keuring is onthouden.
7.Verzoeken om subsidie.
a.Verzoek van het Bestuur van het"Onze Lieve Vrouwe Lyceum" te Bre
da om voor 1928 eene subsidie van f.200 voor iederon leerling uit
deze gemeente te mogen bekomen.Op do begrooting voor 1928 is voor
dat doel uitgetrokken oen bedrag van ƒ.500.Wij moeten echter op
merken, dat door adressanten geene financioele bescheiden zijn
overgelegd.