De heer SPRENGER is het niet eens met het voorstel.
Er zijn te ginneken 31 leerlingen en dan is 50.-
aan den lagen kant. Hij stelt voor 100.- te geven.
De heer DROP zal zijn standpunt omtrent subsidies
in het algemeen niet herhalen. Hij wil alleen subsidies
geveh voor doeleinden met algemeene sociale strekking.
Dit is met de muziekschool niet het geval,
"Het voorstel van den heer Sprenger wordt niet
ondersteund.
Door den Raad wordt besloten over 1938* eene subsidie
van 50.- toe te kennen.
Subsidie b. De VOORZITTER zegt, dat op de begrooting 500.-
Lieve Vrouwe
Lyceum. is uitgetrokken. Burgemeester en Wethouders stellen
voor dat bedrag toe te staan.
De heer DROP is tegen die subsidie. Het Rijk steunt
die instelling ruimschoots. Er blijkt niet, dat door
belanghebbenden iets wordt bijgedragen.
De heer LAUREY is het oneens met de opvatting van
den heer Drop. Spreker heeft steeds voor hoogere
subsidie geijverd. Het lyceum is voor deze gemeente
eene instelling van hooge cultureels waarde. Het is
ten eerste eene belangrijke instelling en op de tweede
plaats zijn er veel leerlingen uit deze gemeente.
Spreker doet een beroep op den Raad, Andere gemeenten
geven per leerling een veel hooger subsidie. Werkelijk
is de gemeente niet verplicht subsidie te verleenen,
doch er is toch moreel recht. Spreker stelt voor 100.-
subsidie per leerling te verleenen.
De heer OOMEN vraagt toelichting omtrent den post
van 1300,- voor beheer. Bij dergelijke instellingen
behoort het beheer kosteloos te geschieden.
De heer LAUREY kan omtrent dien post geen toelich
ting geven. Spreker meent, dat die strekt voor onder
houd en schoonmaak.
De heer SPRENGER komt terug op zijn bewering in
vroegere jaren. De bewering van het lyceum, dat,
wanneer
V.