6-
geen cent in kas; zonder geld moet men geen feest beginnen.
Spreker gunt de harmonie haai' feest; bij hoopt, dat ze
succes zal hebben. Hij wil echter een tueschenvoorstel doen
en 250.- geven bij wijze van garantie-fonds. Spreker is
van oordeel, dat de gemeente aldus op waardige wijze bij-
draagt voor het feest,
De VOORZITTER acht het heele betoog van den heer Laurey
beleedigend voor adressanten,
De heer LAUREY zegt niemand te hebben willen beleedigen.
Spreker zit hier voor het belang van de gemeente.
De heer SPRENGER protesteert eveneens tegen de woorden
van den Voorzitter, Het betoog van den heer Laurey ie zake
lijk,
De VOORZITTER zegt, dat de heer Laurey post voor post
aanvecht; dat is beleedigend voor de heeren, die de begroo-
l lv
ting samenstelden,
De heer RIJPPAART zegt, dat de openingsavond op 350.-
is geschat; dat is echter laag geraamd. Alleen het concert
op dien avond kost al 150,-, De heer Rijppaart neemt het
betoog van den heer Laurey niet kwalijk. Het spruit naar
sprekers meening voort Uit onbekendheid van den heer Laurey
met de kosten, welke aan de feestviering verbonden zijn.
Fat de concerten betreft, het bedrag van 500.- is uitge-
trokken voor de avondconcerten; die worden niet kosteloos
gegeven. Het bedrag van 500.- is zeker niet te hoog ge-
r&amd.
De heer VELTMAH merkt op, dat de harmonie gedurende
haar 50 jarig bestaan eerst in het vierde jaar eene subsidie
1 s.'~
krijgt. De vereenigingen, die »s avonds concert geven, krij
gen daarvoor eene uitbetaling. Het geld wofdt niet gegeven
voor een gezelligen avond. Ontvangsten zijn er niet. Wanneer
een feest wordt georganiseerd met een kermesse d'éte 2ijn
er aanzienlijke ontvangsten» Er moeten tien concerten wor
den betaald, wat een groot bedrag vergt. Spreker voelt zich
door het betoog van den heer Laurey ook niet beleedigd.
De heer ViiRDAABDONK licht toe, hoe de middag- en
avondconcerten
- 1
j.
- J 1 1
v