Voorts acht hij het bezwaarlijk tot den bouw i v i J - J J van een gymnastieklokaal over te gaan. - J i Be VOORZITTER zegt, dat tijdelijk het vierde lokaal op kosten van het Bestuur wordt ingericht tot gymna- - J •- «L iX 00 y J Jt stieklokaal, De heer OOMEN deelt niet de meening van de heeren Sprenger en Loerakker. Het Bestuur te Bavel heeft recht op de school. Het verzoek voldoet aan de wet. Het is absoluut niet de bedoeling definitief een gymnastieklokaal in te richten. De Raad kan zich niet van medewerking onthouden. 1 De heer DROP zal niet spreken over de paedagogieche zijde van de kwestie. Het gaat over de vraag of de aanvrage /alt onder de bepalingen der stopwet. Spreker is van oordeel, dat het verzoek niet getuigt van eer bied- voor de bedoeling van den wetgever. De aanvrage is gericht op splitsing van de school. Spreker zal tegen het prae-advies stemmen. De heer OOMEN zegt, dat de aanvrage is geschied voor kinderen, die allen de school kunnen bezoeken» De heer DROP meent, dat men dan een verzoek had moeten indianen tot uitbreiding van de school en niet tot splitsing* 3 De heer SPRENGER kan zich niet voorstellen, dat Bavel zich zoo uitbreidt, dat er zooveel meisjes zouden zijn, die bij het openen van de school in den leerplichtigen leeftijd zouden, vallen en nog niet op school zijn» Met jongens mag geen rekening worden ge houden» Van jongens kan niet worden verwacht, dat ze de school zullen bezoeken, De heer OOMEN zegt,- dat in het laatste jaar te Bavel 63 kinderen zijn geboren; jongens èn meisjes». De wet maakt geen onderscheid tusschen j'ongens en meisjes# De VOORZITTER vraagt of de he*er Sprenger twijfelt aan de juistheid van de lijst. De heer SPRENGER antwoordt, dat zulks tegenwoordig heel gewoon is. Het is zelfs voorgekomen, dat zuigelingen werden j. O-. ..'i 'i. ,-ijj*i 4 4

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 30a