alleen niet meer af, Hu komen er twee, waarvan de een 500.- meer heeft dan de ander, terwijl die maar een deel van diens werk heeft. De heer BROUWERS zou da tractementen gelijk willen stellen. De heer DROP heeft de hoofdzaak voorop willen stellen. Door de ontwikkeling van den gemeentedienst is de aan stelling van twee functionarissen gemotiveerd. De af- bakering van de bevoegdheid is niet juist geregeld. Spreker acht het voorts niet'juist, dat iemand met 24 dienstjaren wordt achter gesteld bij iemand, die nog moe worden aangesteld. Alleen uit billijkheidsoverwegingen heeft spreker het voorstel gedaan de wedden gelijk te stellen. De verantwoordelijke wethouder moet de leiding van den dienst hebben. De VOORZITTER heeft daartegen bezwaar en acht die regeling in de praktijk niet mogelijk. De Voorzitter bespreekt ook het voorstel van den heer Drop om de sa larissen gelijk te stellen. Hij deelt mede, dat Burge meester en wethouders nog voorstellen eene overgangsbe paling aan de verordening van het hoofd van den dienst van openbare werken toe te voegen, luidende als volgt: Overgangsbepaling. Artikel 20. De wedde van den tegenwoordigen gemeente-opzichter, die de functie van Hoofd van den dienst zal waar- nemen, wordt, met ingang van 1 Januari 1928, vastge- steld op 2400.-, zoodat aan hem nog ééne periodieke verhooging van 100.- wordt toegekend en wel met ingarg van 1 Januari 1929. De heer SPRENGER acht het voorstel Drop wel billijk, maar de vraag mag worden gesteld of beide functies wel gelijk zijn. Spreker zal echter tegen het voorstel niet ageeren. Us 00 ZITTER vraagt, wat er moet gebeuren, wanneer de opzichter weggaat. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 34