De heer SPREHGER is van oordeel, dat dan weer twee functionarissen zullen moeten worden aangesteld. De heer DROP denkt zich dan een gemeentedienst met een chef. De VOORZITTER deelt de meening van den heer Drop. De heer LAUREY zegt, dat de Raad hij het bepalen van het salaris van den bouwkundige niet heeft ge dacht aan de onbillijkheid, welke daarin ten opzichte van Aartsen gelegen is. Fpreker heeft nooit den indruk gekregen, dat het salaris van den opzichter te laag is. Spreker stelt daarom voor bet salaris van den ge meente-opzichter te laten, zooals ze is en dat van den nieuwen functionaris eveneens te bepalen op een aanvang van 2000.= met vijf eenjaarlijksche verhoogingen van 100.- tot een maximum van 2500.=,, De heer SFRENGER gaat met dit voorstel accoord. Het voorstel van den heer Laurey, gesteund door den heer Sprenger, wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Artikel 15 van de verordening van den bouwkundige wordt mitsdien gewijzigd en in plaat3 van 2500.- en 3000.- wordt in het eerste lid gelezen onderscheiden- lijk 2000.- en 3500. Aan de ontwerp-verordening van het hoofd van den dienst van openbare werken wordt onder artikel 20 eene Overgangsbepaling toegevoegd, zooals door den Voorzitter is aangegeven. Overigens worden beide ontwerp-verordeningen on gewijzigd door den Raad vastgesteld. Verzoeke# 17. Verzoeken om toestemming tot het aanleggen aanleg straten. van straten. Ingekomen zijn een tweetal verzoeken om toestem ming tot het aanleggen van straten n.l. een verzoek d.d. April 1928 van A.H. van der Sande, te Breda, om toestemming tot het aanleggen van straten ten noorden der

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1928 | | pagina 34a