negende en laatste bladzijd
Het staatsboschbedrijf heeft echter bericht die werk
zaamheden niet te kunnen verrichten.
eming 20. De heer SPRENGER zegt te hebben gehoord, dat op
toch eene bijzondere reden voor zijn geweest. Spreker
vraagt, welke/treden daartoe heeft bestaan.
De VOORZITTER antwoordt, dat de commissie is gehoord
en dat de benoeming is geschied door Burgemeester en
Wethouders.
De heer SPRENGER zegt, dat de commissie eene openbare
oproeping verlangd heeft.
De VOORZITTER antwoordt, dat het benoemingsrecht niet
bij de commissie is. Een Oproeping werd in dit geval door
Burgemeester en Wethouders niet noodig geoordeeld. Verder
kan spreker zich niet uitlaten. Hij hoopt, dat de benoemde
goed zal voldoen.
De heer SPRENGER hoopt eveneensdat de benoemde goed
zal voldoen. Dat neemt echter niet weg, dat spreker de
benoeming allerongelukkigst acht. Hij is van oordeel, dat
het de bedoeling is geweest den vader met zilveren banden
te binden aan Burgemeester en Wethouders. In sprekers po
litieke organisatie zou zoo iets niet voorkomen. De vader
kan zijn plicht als raadslid niet meer doen.
De heer DROP wil zich reserveeren op de benoeming
van dien ambtenaar nader terug te korren.Daar zit nog eene
kwestie aan vast,
De Raad gaat hierna over in geheime vergadering.
Aldus vastgesteld door den Raad der gemeente Ginneken
en Bavel in zijne openbare vergad Mei. 1928.
Benoeming
ambtenaar
bedrijf.
de centrale een ambtenaar is benoemd in afwijking
van het advies der lichtcommissie. Daar moet dan