den post, uitgetrokken op de begrooting 'wegens
verzekering van diefstal van kasgeld.
De heer DROP meentdat deze zaken beter
schriftelijk kunnen worden voorbereid.
Opritten 16. De heer SPRENGER vraagt of er ver-
Chassestraat enz.
band bestaat tusschen het wegnemen
der opritten in de Chassestraat en
burgemeester Passtoorsstraat en den agkoop van
het onderhoud van den gemeenschappenjken weg.
Spreker acht dit ongelooflijk. Spreker wil daar
in de openbare vergadering over sprekeh.
De VOORZITTER antwoordt, dat er een fond van
waarheid is gelegen in hetgeen de heer Sprenger
zegt. De kwesties zijn tegenover elkander ge
steld.
De heer LOERAKKER acht het niet gewenscht
dergelijke punten in het openbaar te bespreken,
zoolang de onderhandelingen nog hangende zijn.
Verslag 17. De heer SPRENGER vraagt, waar het ver-
school
commissie. slag blijft van de commissie van Toezicht
op het lager onderwijs.
De VOORZITTER zal de commissie op haar ver
plichting wijzen.
Verslag 18. De heer SPRENGER vraagt of de schoonheids-
schoonheids
commissie. commissie nog geen verslag heeft uitgebracht.
De VOORZITTER antwoordt, daar nog niets van
t® hebben gehoord.
Legger 19. De heer SPRENGER vraagt, hoe het staat met
van wegen
en voetpaden, den legger van openbare wegen. De kwestie
van de Akkersfcraat moet worden opgelost»
De VOORZITTER zegt aan het Staatsboschbe-
drijf te hebben verzocht een legger op te maken.
Het
j .i -