strijd met de bouwverordening. Spreker vraagt, waarom niet is ingegrepen en waarom is niet proces-verbaal opgemaakt. Spreker wenscht, dat een onderzoek wordt ingesteld. Is het verslag niet juist, dan bevat het een gïilll0insinuatie. Is het wel juist, dan heeft de bouwcommissie haar taak niet vervuld. Ofek wordt in het rapport gesproken over artikel 13 van de bouwverorde ning. Wat bedoelt de commissie met de vijandige gezindheid van de bouwcommissie. Ook omtrent het raadslid-eigenbouwer wenscht spreker te worden ingelichi. De heer LAUREY zegt, dat het hem niet duide lijk is,of dit als een verslag dan wel als eene crttiek moet beschouwd worden. Spreker heeft respect, dat de heeren voor hun meening durven uitkomen. 2e verdienden, indien dit mogelijk ware, "tot eerelid van den Raad te worden be noemd. Spreker zou kunnen meegaan met het voor stel het verslag voor kennisgeving aan te nemen, ware het niet, dat er gesproken wordt van vijan dige houding van de bouwcommissie. Spreker zit een jaar in de bouwcommissie en ham is daarvan niets géblekenDe gemaakte grieven gaan langs de bouwcommissie heen. De commissie verzoekt van critiek verschoond te* blijven, doch ze oefent zelf ten volle critiek op den Raad. Spreker kan zich overigens volkomen vereenigen met het voor&tel van den heer Sprenger. De VOORZITTER is van oordeel, dat de geheels Raad het daar wel eens mee zal zijn. Aan de Commissie zal worden verzocht hare bedoelingen nader te stipuleeren. Aldus wordt besloten. De heer LAUREY verzoekt zijn brief d.d. p9 Juli 1929 betreffende de behandeling van het gezin O C*. Cl

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 66