se;.: 1029
en scène opgezet heeft. Er moet een relletje gemaakt
worden. Het spijt spreker zelf het gezin niet opgenomen
te hebben.
De heerLAUREY zegt, dat de Voorzitter hem dit reeds
telefonisch heeft medegedeeld en daaraan heeft toege-
voegd: dah had ik dien kapelaan in zijn hemd gezet.
De VOORZITTER deelt verder mede, dat de heer Laurey
nog heeft gesproken over het arrestanten lokaalMaar
daar had ik ze eens in moeten zetten, dan zou ik U nu
eens moeten hooren.
De heer VAK NOOTEK zegt, dat hij niet het recht
heeft als loco-Burgemeester op te treden, wanneer de
Burgemeester in de gemeente is.
De heer LAUREY zegt zich daarin niet te zullen ver
diepen; een ander loco-Burgemeester zou wel hebben inge-
grep en
- - 'i
De heer VAN NOOTEN verzoekt den heer Laurey de be
merkingen ten aanzien van het Armbestuur op schrift te
willen stellen, dan kunnen die in de vergadering bespro
ken worden,
De heer LAUREY wil er nog op wijzen, dat de Voor
zitter gepikeerd was, pmdat Pastoor Riemslag tegen den
heer de Leeuw, zoo*n gewoon burgermannetje, had gezegd,
dat het gezinrop de Markt zou worden gebracht. Se bewe
ring van den Voorzitter daaromtrent was dus niet juist.
Wat het telefonisch onderhoud betreft, heeft de Voorzit-
ter gezegd: ik bemoei er me niet mee en ik ga ze toch
niet in huis nemen; ik ga naar bed; ik heb den geheelen
dag hard gewerkt. Spreker heeft toen gezegd: ik sta ook
al met een been in het bed, maar de zaak is te belang
rijk, dat ik haar zoo niet kan laten loopen.
De VOORZITTER zegt, dat dit wel is gezegd.
De heer LAUREY zegt, dat hij getuigen had bij het
telefoongesprek. De aanklacht bij monseigneur den Bis
schop tegen kapelaan van Lierop is gelogen. Spreker zou
er liever maar een eind aan gemaakt zien. Het antwoord
heeft
J i f 'J
r