De VOORZITTER zegt, dat de voerman niet over vrouw en kinderen heeft gesproken. Hij heeft gezegd, dat KXJXUïXHMï hij daar met huisraad was. Er zouden twee heeren van Teteringen op de Markt zijn, doch er was niets te zien. Hij vroeg, wat hij doen moest; hij wiart ook wel, dat hij het niet op den stoep mocht zet- ten. De voerman is toen teruggegaan en spreker heeft toen niets meer gehoord als hij elven, toen de heer Laurey opbelde en in vriendelijke termen mededeelde, dat er een gezin op straat stond® Spreker heeft toen gezegd: o, ja, het gezin Antonissen. Kan dat niet in het koetshuis van mijnheer Hellegers of anders in de kapel te Heusdenhout Be heer LAUREY zegt, dat de Voorzitter daar met geen woord over gesproken heeft. De VOORZITTER zegt, dat de heer Laurey toen andere lokalen heeft genoemd; ook de oude school. Daar moest echte^innenkort stemming in zijn voor de verkiezing voor leden van de Tweede Kamer. De heer Laurey zei ook, dat het niet kon. De kinderen bij U brengen, gaat ook niet, zei de heer Laurey. Spreker verklaart verder, dat de heer Laurey nog gezegd heeft: Gaat U maar rustig slapen; ik zal dien kapelaan wel aan zijn verstand bren gen, dat ze thuis blijven. Ik sta ook al met een been in het bed® 1 De heer LAUREY zegt, dat het een absurde leugen is, wat de Voorzitter zegt. Die stemming had pas acht dagen later plaats. Spreker heeft daar nog op gewesen, maar de Burgemeester zei den geheelen dag gewerkt te hebben en daarom te gaan slapen. Spreker heeft nog gezegd, dat het oude schoollokaal wel zou kunnen dienen. De VOORZITTER zegt, dat de heer Laurey dit door de telefoon gezegd heeft. De heer LAUREY merkt op, dat het is gelogen. Hij heeft getuigen, die het telefoongesprek kunnen be vestigen De VOORZITTER zegt, dat de heer Laurey de mise en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 77