Dit punt is als punt 4 op de agenda voor deze
vergadering geplaatst en toen voorloopig aangehouden.
De Raad besluit medewerking aan het verzoek te
verleenen. Een besluit wordt daarvan op ga maakt.
Door Burgemeester en Wethouders zal worden gevraagd
aan het Schoolbestuur alsnog de, verklaring over te leg-
tal vragen schriftelijk ingediend, welke aan de orde
worden gesteld.
De eerste vraag luidt!
In de vergadering van 22 December 1928 is door den
heer Drop en door ohdergeteekende gesproken respec-
tievelijk over de gecpntracteerde met Breda te
verbruiken aantal kub. gafeer gas en den prijs van
het vastrechttarief.
Door den Voorzitter is toen toegezegd hierover
B met Breda overleg te plegen.
Heeft dit overleg reeds plaats gehad en, zoo ja,
w met welk gevolg?
De VOORZITTER zegt daarover te hebben gesproken met
den Burgemeester en met den Directeur van de gasfabriek.
Aan spreker ie door hem medegedeeld, dat geen verandering
kaïn worden aangebracht; er bestaat een contract.
De heer LAUREY merkt op, dat zijn bezwaar is, dat
voor vastrechttarief vier cent meer moet worden betaald
dan in Breda en voor de levering over den meter maar twee
®ent meer.
De VOORZITTER antwoordt, dat alleen een beroep kan
worden gedaan op het contract.
De tweede vraag luidt!
In haar rapport heeft de begrootingscommissie 1929
aangedrongen op verfraaiing van de gemeente mid-
dels beplantingen, gazons e.d. Door het College
gen van davstoteten waarborgsom0„
V ragen
'CJLaura y.
22» Vragen van den heer C.J. Laurey.
Door den heer C.J. Laurey zijn ©en aan-
van