21»
Z'
De vierde vraag luidt:
In de vergadering van 2 Maart jol. heeft de heer
Drop voorgesteld eene regeling der vrije artsen-
"«keuze voor alle doktoren'tQ Ginneken en voorts
tot alle artsen, die zich daarbij willen aanmel-
den.
":De Raadsvoorzitter heeft alstoen een dergelijke
regeling toegezegd.
Kunt mededeelan, of en wanneer de Raad deze
regeling kan tegemoet zien?
Ook deze zaak is nog in voorbereiding. De genees-
hesren zijn het echter oneens. Wanneer die wisten, wat
ze willen, zou het eenvoudiger zijn.
De HSSfi VELTMAN was van meening, dat die zaak voor
elkaar was.
De VOORZITTER zegt, dat Dr. Wijnbrans heeft ver-
klaard geen patiënten van Dr. Gommers te willen behan
delen.
De heer SPRENGER is van oodeel, dat de zaak daar
niets door verandert. Er moet toch eene regeling komen.
i
De toepassing van de verordening zal zeer beperkt wezen.
•T
De VOORZITTER zegt, dat in eene volgende vergade®
•r
ring het punt aan de orde zal komen.
De vijfde vraag luidtv
In de vergadering van 5 Maart j.l. heeft de heer
Verdaasdonk aangedrongen op afbraak van het pomp-
huisje aan de Ulverihoutschelaan. De Voorzitter
"zou dit verzoek overwegen,
Mag de Raad het resultaat "dezer overweging ver-
nemen?
De VOORZITTER zegt, dab dit punt door Burgemeester
en Wethouders met den bedrijfsleider is besproken. De
heer Van der Put maakt echter bezwaar het huisje af te
breken. Men weet niet, wat de toekomst brengt, mogelijk
kan het nog van dienst zijn. De buisleiding van het huis
je naar de centrale ligt nog in den grond, zoodat het
w eer
•P 4
n