Twee en twintigste en laatste blad. /22
De heer SPRENGER zegt, dat het hem spijt, dat
dit moet gebeuren. Hij heeft er indertijd op gewezen.,
dat de boomen te dicht staan.
De VOORZITTER antwoordt, dat de boomen tegenwoor
dig dichter worden geplant. Indertijd is gehandeld
op advies van Lombarts»
Tot verplanting der boomen zal worden overgegaan.
Plaatsen 26. Se heer VELT MAN verziekt het oog te
automo
bielen. laten houden op de plaatsing van de
automobielen. Spreker vraagt of die
in de Wilhelminastraat niet aan één kant kunnen
v/orden geplaatst.
D@ VOORZITTER zal overwegen of het parkeeren kan
worden verboden; dat is het eenig afdoende middel.
Spreker vraagt, wat meet worden verboden, aan een
kant te plaatsen ofl aan beide kant en dan zou een
parkeerterrein moeten worden aangewezen.
Weg 2 7 De heer DE HOON zegt, dat de weg van
Stri.jbeek
GoudbergStrijbeek naar den Goudfeerg moet worden
hefcsteld.
De VOORZITTER zegt, dat die zal worden nagezien.
Bouwen 28. De heer VAN EIJL vraagt, of de Voorzitter
woningen.
het niet bezwaarlijk acht, dat zes meter
terrein tusschen de woningen moet blijven liggen, wan
neer eene nieuwe woning wordt gebouwd.
De VOORZITTER antwoordt, dat Burgemeester en
Wethouders ontheffing kunnen verleenen. Wijziging der
verordening acht spreker echter ten aanzien daarvan
niet gewenscht.
De heer RIJPPAART zegt, dat het punt in de
bouwcommissie kan worden besproken.
De