dat 9r opzet in het spel is. Spreker heeft als
politie een nauwkeurig onderzoek ingesteld; er is
echter niets van gebleken en zulk een helsche ge
dachte komt bij spreker niet op* Bij de bepaling
van de verantwoordelijkheid schakelt U den Raad uit.
De Raad is echter verantwoordelijk. De Raad heeft
goedgevonden een van het gemeent epersoneel aan ts
wij zen.
De heer LAUREY acht dezè opvatting niet vol
komen juist. Door de Raadscommissie en de brand
weer is destijds voorgesteld deskundig personeel
vande centrale aan te stellen. Door Burgemeester
en Wethouders 4s voorgesteld personeel van de ge
meent ©reiniging aan* te stellen.
De* VOORZITTER zegt, dat aan de centrale maar
een man is, die daarvoor geschikt is en die wenscht
niet in aanmerking te komen.
De heer LAUREY acht dit absurd^ Wanneer Burge
meester en* Wethouders het opdragen, heeft hij hst
te doen, als het maat niet in zijn vrijen tijd is.
De VOORZITTER zegt, dat de man, die met het on
derhoud was belast, uitdrukkelijk was verboden aan
den motor te komen. Hi'j heeft het gedaan uit een
lolletje. Ook de lichten hadden gebrand, vandaar
dat de accus uitgeput waren. Wij hebben daarom in
overweging genomen dien man daar niet meer te laten
aankomen. Bij de laatste oefening is de auto terug
gekomen, zonder dat er iets aan mankeerde. Wat er
verder m9t den wagen is gebeurd, kan spreker niet
niet
zeggen. Er behoeft toch/altijd controle te zijn bij
het poetsen.
De heer RIJPPAART merkt op, dat de brandspuit
vooruit in de garage moet worden geplaatst in ver
band met het steekcontact
De VOORZITTER zegt, dat de heer Sprenger spreekt
van typisch Brabantsch. Spreker vraagt wat de heer
Sprenger hier komt doen.