grond geteekend voor afstand. Oèk de heer Th.
de Waele heeft zulks gedaan. Later heeft de
heer de Waele zijn terrein aldaar verkocht aan
den heer G.D. van den Berg, die daarop huizen
heeft gebouwd, welke door hem weder verkocht
zijn.
Hij is echter eigenaar gebleven van een ge-
deelte der straat, hetwelk hij nu aanbiedt aan
de gemeente te verkoopen.
Wij zijn van oordeel, dat niet tot aankoop
w moet worden overgegaan. Hierdoor zou een prede»
dent worden gesteld voor andere gevallen in
deze gemeente.
De heer LAUREY kan zich niet met hst prae-
advies vereenigen. Feit is, dat een gedeelte van den
grond behoort aan den heer Van den Berg, terwijl
klinkers en tegels daaruit wederrechtelijk zijn
toegeeigend. Spreker stelt voor met den heer Van den
Berg in onderhandeling te treden.
De VOORZITTER zegt, dat de meeste eigenaars
in hetzelfde geval verkeeren. Bovendien geldt hier
nog als argument, dat de heer da Waele indertijd
afstand heeft gedaan.
De heer LAUREY merkt op, dat de toelichting,
dis de Voorzitter geeft, onjuist is of spreker be
grijpt ze niet. Het e*erste en tweede deel van het
prae-advies zijn^iaet elkaar i*n strijd»
De heer RIJPFAART zegt, dat de meeste eigenaars
danifen het feeele terrein te koopen. De heer Van den
Berg is echter e'igenaar gebleven van een strook in
da straat. De menschen zouden dan niet eens recht
van uitgang hebben.
De heer BRINKERHOF onderstreept de woorden van
den-heer Laurey. De heer Van den Berg is een beter
koopman dan de gemeente. In de Rczenlaan heeft men
gratis afstand gedaan; dat vindt de heer Van den Berg
niet
s
T