12 DEC, 192& /l?. is door ons het advies ingewonnen van de te Ginneken gevestigde geneeskundigen, die de gewone genees- en verloskundige praktijk uitoefenen, omtrent de aanstel- ling van eene vroedvrouw. Door de heeren Gommers, Wijnhrans, Loomans en Bakker - aan andere geneeskundigen werd geen advies gevraagd - is aan ons verzoek voldaan. De heer Gommers acht aanstelling van een vroedvrouw ten zeerste gewenscht; de overige geneeskundigen zijn van oordeel, dat geene vroedvrouw behoort te worden aaugesteld. Blijkens de opgave van het Bureau van den Burgerlijken Stand bedraagt het aantal bevallingen in deze gemeente - Moederheil niet medegerekend - on- geveer 300 per jaar, waarvan ongeveer 60 verlossingen plaats hebben met behulp van een vroedvrouw. 1 Het overgroots deel der bevallingen geschiedt dus met behulp van geneeskundigen in en buiten Moederheil. Wij achten het aanstellen van een vroedvrouw dan ook niet gewenscht. Voor haar is hier geen bestaan te vin- 11 den, vooral niet nu geneeskundige hulp voor minderge- goeden betrekkelijk niet duur is. Door de tegenwoordige vroedvrouw wordt slechts bij plus minus 50 bevallingen hulp verleend. Wanneer zij door de gemeente als vroedvrouw werd aangesteld, zou voor een behoorlijk bestaan moeten worden gezorgd en wanneer haar salaris b.v. op rif. 1000.- werd bepaald, zou iedere met hare hCLp verleende bevalling de gemeen- te op plus minus f 20.- komen te staan. Naar onze mee- ning ware dan beter en voordeeliger een overeenkomst t o te treffen met de geneeskundigen; dit zou in het be- lang der patiënten beter en voor de gemeente voordee- liger zijn. In de gegeven omstandigheden zou de aanstelling van een vroedvrouw alleen uit philantropisch oogpunt te verdedigen zijn. Wij zijn echter van oordeel, dat deze aangelegenheid niet van dat standpunt mag worden bezien. rj0 t

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 125a