f
ie dec i-
U
4
1r
5 en
!ht
wel eens ter verantwoording kunnen worden geroepen
De Heer SPRENGER zegt, dat door hem in de vorige vergadering
vragen zijn gesteld
Spreker is van oordeel, dat die in verband staan met de begroot
ting
De VOORZITTER antwoordt, dat die daarmede in verwijderd verband
staan Er is echter reeds antwoord ingekomen van den bedrijfslei
der De Voorzitter leest het antwoord voor
De Heer SPRENGER eegt, dat het antwoord omtrent de defecte wa
termeters hem bevredig^ Niet echter dat betreffende de berekening
van de prijs voor het water. Er wordt per kwartaal vijf cent te
veel berekend De bedrijfsleider erkent de fout Het gaat niet
om het bedrgg van vijf cent, doch om het feit, dat eigenmachtig
veranderingen worden aangebracht
De VOORZITTER acht het een administratieve maatregel
De Heer SPRENGER Stelt voor ksraastsiagiHgBH kwartaalsgewi jze te
innen
De Heer RIJPPAART merkt op, dat de bedrijfsleider bezwaar heeft
per kwartaal te innen, omdat vaak personen, die de gemeente verla
ten, niet meer betalen Het verlies wordt dan nog grooter
De Heer BRINKERHOF deelt het bezwaar van den Heer Sprenger. Hij
acht het «bote-r- bezwaarlijk kwartaalsgewi jze te innen, omdat dan
het bedrag te hoog oploopt en de arbeiders dat niet kunnen betalen.
De VOORZITTER zegt, dat onderzocht zal. worden op w-elke wijze
verandering kan worden gebracht
De Heer SPRENGER vindt de garagehuur van f 25 voor het gebruik
- - r 3T J I j;-
der centrale te laag Hij zal echter geen voorstel doen tot ver-
hooging Spreker acht ook de benamingen van de functionarissen
van de centrale in de begrooting niet juist
De VOORZITTER zegt, dat de kwestie der garagehuur voor hem een
pijnlijke kwestie is. Op voorstel vaa den Heer van den Hurk is des
tijds geen bedrag genoemd
De begrootingen van het water-en electriciteitsbedrijf worden
hierna door den Raad onveranderd vastgesteld, zooals ze zijn aan
geboden
De VOORZITTER stelt nu aan de orde de behandeling van de fee-
h