C. 1929 als een grief aangemerkt De VOORZITTER Ik deelde dit mede ter opheldering De Heer VAN NOOTEN De klacht, dat na de taakverdeeling zoo wei nig van ons wordt gehoord, heeft zijn oorzaak, dat alle zaken eerst in het College worden besproken De Voorzitter behandelt daarna de aangelegenheid in den Raad. U bedoelt toch, dat de Voorzitter in den Raad de taak van ons overneemt De Heer LAUREY repliceert Het wordt zoo ondoenlijk voor den Voorzitter De VOORZITTER deelt mede; Alles wordt in het College besproken. Nu ligt het niet in den aard en ket karakter der Wethouders te melden, wat zij doen en te zeggen, wafe zijn wij braaf en wat heb ben we goed opgepast De Heer RIJPPAART merkt den Heer Laurey op U richt een zacht verwijt aan de wethouders De Heer LAUREY vraagt U is er toch niet boos om T De Heer RIJPPART antwoordt Neen. Ik wil opmerken, dat ook dat gene, wat in de bouwcommissie is behandeld, in het College wordt besproken antwoordt De Heer LAURET ±5 xsa aardeel Het is juist de bedoeling, dat U die taak in den Raad overneemt De Heer BROUWERS zegt Naar aanleiding van de beschouwing van den Heer Laurey wil ik verklaren, dat, voordat de grond verkocht was en zelfs voordat prijzen waren genoemd, ik den kooper héb gewaar schuwd, hoe moeilijk het bouwen daar' zal zijn. Te voren heb ik gewaar schud De Heer LAUREY antwoordt Ik heb grondige informaties ingewonnen, al heb ik betrokkenen niet zelf geqxoken. Ik acht die nog juist. Een ieder mag dat onder zode ai. Ik wijs op de stemming in den Raad. U stemt voor het verzoek van Knibbeler, om later tegen e®i zelfde soort verzoek van Boomaars te stemmen. Dat spreekt boek- deelen De Heer BROUWERS zegt Ik kan desnoods betijzeab levereöf De Heer OOMEN" verzoekt hierna het woor.d en zegt f Bij gelegenheid der behandeling der Gemeente-begroot ing, wensch ik

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 145a