Ten slotte zou ik Uw College willen verzoëcen, eens te overwegen of de tijd niet is gekomen, dat ook in onze gemeen te een herziening plaats~ vindt van de schoolgeldregeling, in diejbichting dan, dat aai kinderri jke gezinnen een belangrijke reductie wordt gegeven. Ik moge daarbij wijzen op tal van groote en kleine gemeenten die ons hierin reeds zijn voor gegaan Met klem breng ik dit laatste verzoéc, -namens de R.X. Staat spar tij, onder de aandacht van Uw College in het ver trouwen dat Uw College ook dit niet voor kennisgeving zal aannemen Dank U De VOORZITTER zegt tot den Heer Laurey Ik beluister in Uwe woorden waardee-ring ik beluister ook critiek ik beluister eene weifeling, die U in het College vindt in de uitvoering van werken, Het eerste zal ik voor kennis geving aannemen. Wat betreft de straatverbet er ing, deze w$jze van handelen moet U ons niet als een grief aanwrij ven. Als U hier zat, zou U waarschijnlijk hetzelfde doen, We zitten voor de belanjégen van de ingezetenen en van de gemeente. Heem b.v. het geval Siegmund. Ik weet wel,men moet niet speculeeren Men moet diet denken, wat ik in koper heb betaald, krijg ik in goud terug Eenige jaren terug konden we ook niet voorzien, dat in de agglomeratie C 1 feet verkeer en de wegen geregeld dienden te worden We wikken en wegen. We hebben werkelijk medelijden met de menschen, die gedupeerd zijn. U moet dat ons, zooals b.v. met de Akkerstraat, niet als een grief aanwrijven, als we op men sche li jk£ over wegingen, afwijken van de princi- pieele voorschriften. Het is overmaat van zorg voor die menschen. Wat vroeger een zandweg was, kon toch zoo niet blijven in de kom. Dat was onmogelijk. En dan zitten we met den toestand en het principe De Heer LAUREY antwoordt; dat is het precedent. En voor v 1 - 1 t v mij is dat een reden voor baatbelasting. Ik heb dat niet als ■i 1 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 147