II
lichamelijke opvoeding niet behoeft te wachten tot 1936.
Een eerdere invoering van gymnastiek-onderwijs is noodza
kelijk, nu van particuliere zijden de belangstelling er
voor blijkt
Er is gesproken over wegenbelasting Het 4s nu een ge
schikte gelegenheid in verband met de gewijzigde finan
cieel e verhouding tusschen rijk en gemeenten, om de be
lastingen te herzien Een tijdige voorbereiding is drin
gend noodig De herziening moet klaar zijn en door de
Kroon goedgekeurd vóór 1 Januari. 195$ eene verorde
ning op de personeele belasting, eene progeessieve of
niet-progsessieve heffing van opcenten op de gemeente-
fonasbelasting, voorts een eventueele belasting op de
woonforensen De ervaring van tien jaren heeft mij ge
leerd, uiat zulxe verordeningen hier niet in een vloek en
een zudht tot stand komen en ik wil voorstellen tijdig
in 1930 eene commissie te benoemen. Die kan dan tegelij
kertijd behandelen het verzoek van den Heer Laurey in
zake schoolgeidregeling in verband met de groote gezinnen.
Wat betreft het gemeentehuis, ben ik pessimistisch.
Ik ben wel bereid tot het aanbrengen van verbeteringen,
maar mijn stem aan een nieuw raadhuis kan ik niet geven.
Ik ben van oordeel, dat binnela niet te langen tijd, 10
a 15 jaar, we toch wordeh geannexeerd
Nu iets over de politiek De Heer Oomen klaagt over
gebrek aan eenheid onaer de R.K. raadsleden Maar er
komen dingen tot stand door samenwerking^van bijeen hoo-
rende groepen De eenheid is dus een drieheid. Waarom
maakt men zich nu ongerust over die oneenigheid van k.K.
raadsleden, die niet bijeen hooren De Heer Oomen moet
daar in 1930 maar eens over denken, dan zal hij gemakke
lijker stemmen
De Heer VAN GESTEL zegt, hierna het volgende
Mijnheer de Voorzitter Bij de behandeling van de begrooti
ting van 1929 is door den Heer Springer in zijn algemeene
beschouwingen