Zeventiende en laatste blad. ^17. een persoon uit Ginneken bij zich had gehad. Die vertegen woordiger van een firma zeide, dat de persoon uit Ginneken had gezegd eene offerte naar Ginneken te zenden. De offerte moest worden gedaan aan den Directeur van de Centrale, want dat is een vijand van den Burgemeester. Het spreekt vanzelf, dat er groote verbazing was bij de leden van het brandweer- college. Het lijkt spreker allemaal onwaarschijnlijk. Maar hier wordt een ambtenaar in het geding gebracht. Spreker wil vragen of daarvan iets bekend is en wat er van waar vis. De schijn is gewekt, dat een ambtenaar er bij betrokken is en dan is het beter die klacht in het openbaar naar voren te brengen, dan kan die ambtenaar ook in het openbaar gerehabi- lit eerd worden. De VOORZITTER antwoordt, dat de oapenbr an cm e es t er het hem gezegd heeft. Spreker vraagt, wat den directeur van de cen trale met de brandweer heeft te maken en wat dat voor geklets jj is. t De heer LAUREY zegt, dat het op den weg van den Voorzitter ligt een onderzoek in te stellen. Spreker zou feet gewenscht achten naar de firma te schrijven. De heer SPRENGER heeft op de Jaarbeurs hetzelfde verhaal gehoord uit den mond van den vertegenwoordiger van Bikkers. De VOORZITTER vraagt welk ambtenaar er belang bij zou heb- j beny dat bij de firma van der Ploeg een brandspuit wordt ge- kocht. Spreker zal echter een onderzoek instellen. De heer SPRENGER zegt, dat met betrekking tot den aankoop van een brandspuit door hem verschillende vragen zijn. ge steld. Het antwoord bevredigt hem echter niet, Spreker heeft zich geergerd over de wethouders, die een onzinnig antwoord als door hem werd ontvangen, mede voor hunne verantwoordelijk' heid nemen en hij heeft deernis met den secteetaris, omdat die een dergelijk antwoord moest opstellen. Spreker vraagt, waar Burgemeester en Wethouders het programma vandaan halen om een spuit te bragen met eene capaciteit van 800, 1000 en 1200 liter per minuut. De I

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 17