Wanneer de heer Schaep zoo'n stelling' verdedigt, moet men het aannemen. De heer RIJPPAART zegt, dat, zooals nu de teekeningen zijn, het f 1000.- scheelt. De VOORZITTER is van oordeel, dat met de schoon- heid der gemeente tekening moet worden gehouden. Spreker zegt, dat we staan voor een niiguw geval. Het is het begin van een nieuwe straat op het uit- br ei ding splan „De heer LAUREY heeft deze aangelegenheid even bekeken en met den heer Farla besproken. Voor spre ker komen er een paar andere punten bij. Onmiddel lijk daarbij staan een groot aantal huizen met platte daken, Men had het dan -te voren moeten zeggen; spreker hoeft de situatie ter plaatse bekeken; het is daar glansrijk bedorven. Moeten we nu dien man dupeeren met f 1000.;-. Spreker meent, dat de schoonheidscom missie meet met verschillende maten. De schoonheids commissie kan haai' -standpunt op deze manier niet handhaven» Zoo incidenteel kan het niet. De VOORZITTER kan zich met de opvatting van den heer Laurey niet vereenigen. U zegt, dat e£ eene fout is, maar t dan moet men de fout niet gaan ver- grooten. Hier wordt bovendien een nieuwe toestand geschapen, omdat hier het begin is van eene nieuwe straat De „heer DROP vraagt of niet over het hoofd wordt gezien, dat van de zijde van Fa£le? al iets gedaan is. Het tweede plan komt al iet9 aan de bezwaren tegemoet. Gedeeltelijk wordt aan Burgemeester en Wethouders hmn zin gegeven. De heer LOERAKKER zegt, dat Burgemeester en Wet houders meer gewaarborgd zijn, wanneer te voren eene bouworde wordt bepaald. De VOORZITTER zegt, dat dit te voren in een alge- __meene regeling niet is vast te leggen. De

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1929 | | pagina 27a