V
Vaststellen
vermenigvul
diging-se ij fer
4. Vaststellen van het vermanigvmldi-
gingscijfer in zake de plaatselijke
belastingen»
■ne:
n<
.91»
ne
Burgemeester en Wethouders stellen voor
X "1 VU' J
het vet menigvuldi gingscijfer, dat voor het be
lastingjaar 1926/192Ö is vastge steld op 1, voor
het bdastingjaar 1929/1330 vast te stellen op 0,8»
De heer SPREHGER wil het genoegen niet be
derven, dat'wordt veroorzaakt, doordat de be
lasting met 20 omlaag gaat» Er blijkt nu
echter, dat sprekers beschouwingen van verleden
I" f;;
jaar juist zijn geweest. Wanneer verleden jaar
de factor overeenkomstig sprekers betoog ware
vastgesteld geworden, dan hadden we nu die
schommeling niet
I
De heer LOERAKKER merkt op, dat de vastge-
stelde factor'is'gebaseerd op een gezonden basis.
v r r
'Het voorstel van den heer Sprenger van verleden jaar
'berustfce op een ongezonden basis,
De heer DROP kan niet laten pass9eren, dat
hèt voorstel van'verleden jaar berustte op een
K-gezond Inzicht. Die schommelpoliitiek kon zich
wel eens wreken in'verband met de nieuwe wet op
'de financieel© verhouding tusschen het rijk en
de gemeenten.
De VOORZITTER is het niet eens met den heet
Drop. De door den heer Sprenger en den heer Drop
het vorig jaar vocrgestelden factor rustte op
een ongezonden basis,
Da Raad vereenigt zich met het voorstel van
Burgemeester en Wethouders cm het vermenigvuldi-
gingscijfer voor het belastingjaar 1929/1930 vast
ff 1 - 1. T T V j
te stellen op 0,8,
.ai f.
Voorschotten
bij zónder
56 Verzoeken om voorschotten van de besturen
lager onderwijs, der bijzondere lagere scholen.
Een
t r on r PfT - c -y)
„i
:x v
r
JK.< Ju. u-'j li-
nevö
o ov -jj. ei
v r f "f
- JL t 4-rf (-,u rrrfitf *f - rr T
r r - l c j f .-v. x v
J