De heer LOERAXKER zegt, dat het punt
door de lichtcommissie is besproken. Het is
ondoenlijk.
Plannen 33. De heer SPRENGER heeft gehoord
Raadhuis»
van plannen omtrent het bouwen
van een gemeentehuis; die moeten in openbare
vergadering» worden besproken.
De heer LAUREY vraagt, wanneer die kwes
tie in openbare verfearfdering wordt behandeld»
De VOORZITTER zegt, hoe eerder hoe liever.
Hij zou het graag in openbare vergadering
willen bespreken.
Stellen 34» De heer VERDAAS DONK zegt, dat
vragen.
hij nog nooit eene vergadering
heeft meegemaakt, waarin zooveel vragen werdeh
gesteld. Wat zou er van moeten komen, wanneer
al de andere leden <bok zooveel vragen stelden.
Het lijkt wel verkiezingsmuziek. De vragen
zijn niet qens bekend.
De VOORZITTIR .vindt het geen systeem. Ver
schillende vragen betreffen de uitvoering;
dat kan de Raad gerust aan Burgemeester en
Wethouders overlaten.
De heer SP REN GE R heeft daar juist geen ver
trouwen in,
De heer VAN GESTEL is het niet eens met den
.heer Verdaasdonk. Spreker vindt het echter
vreemd, dat de.he er Sprenger navraag doet over
vragen van andere raadsleden. Meent de heer
Sprenger, dat andere raadsleden dat maar zouden
laten zitten?