Jï&eü i fci.
nols r, ei
ie del ei
6.
- a:
afgeschreven»
Voor het electrlsch kabelnet zou spreker hetzelfde
kunnen zeggen, al gaat 't hier over een betrekkelijk
V
klein bedrag. Sr wordt ten slotte een winst gecal-
i f'
culeerd uit de beide betrokken gebfceden, t.w.
5673.21 hooger dan de totale winst, welke ooit
gemaakt is. 5217.60 in 1925; 1179.61 in 1926 en
4461.76 in 1927. Eerlijk duurst het langst. Ginne-
ken verzwakt op deze manier zijn standpunt, wat spre
ker kan zeggen zonder hei standpunt van Breda te
verdedigen.
Het standpunt van Breda is ook allesbehalve
fraai. Vooreerst tracht Breda zich te onttrekken
aan de zedelijke verplichting om te betalen, door
zich te beroepen op den datdm van 16 November 1928
ï.'.stc ac-.f
,1m en érnrnam
to s ix l
31 ec r x o e 5*3
i II© ia xutü
ai Qid m
van het bericht van de grootte der gewenschte scha-
deloosstelling, terwijl het schrijven van 2 7 Juli
192 7 bezwaarlijk als een verzoek in den zin van
artikel 2 der wet kan worden aangemerkt Ook be*
fed
roept Breda er zich op, dat beide brieven niet van
den Raad van öinneken, maar van Burgemeester en Wet-
•jj j i"
houders zijn. Gelukkig hebben Gedeputeerde Staten
beide motieven niet als geldig erkend. Dat Breda
alle waterleidingbezittingen om niet wil hebben, dat
Breda nie't wenscht te geven eene rechtmatige vergoe-
j
ding voor de éègendommen, die overgaan. De handelin-
gen van Ginneien zou spreker willen betit/elen als
die van een gevaarlijken flesschentrekker.
De VOORZITTER roept spreker tot de orde.
De heer SPRENGER noemt de houding van Breda als
die van een geraffineerden oplichter. Het blijkt he
laas, dat nog altijd die winkelier in Goudsche pij
nen
r - J 'i - s, j' .c: f
i
ït on ec cto'.v
j V
t -s r i r