.ruk-
telde
'd
)e
7.
De VOORZTTER zegt, dat er een verdèdiger moet wor-
den aangewezenxoor den Raad van States
De heer BRINKERHOF stelt voor niet den Voorzitter
aan te wijzen,, Spreker herinnert zich staaltjes van
zijn verdediging, welke meer dan betreurenswaardig
zijn, zooals onlangs voor de Bredasche Rechtbank en
de aangelegenheid met de naaimachine.
De heer LAUREY will geen pluim op den hoed van den
j
Voorzitter steken, dat zal men van hem niet verwach
ten. Maar het' moet iemand zijn uit het College van
Burgemeester en Wethouders of iden Raad, die de kwes-
ie i ri£v 0L31 i'
t4e kent. Moeten we'een advocaat nemen, dan is het
duur. Spreker acht het meest gewenscht den Voorzitter
aan te wijzen.
De heer BRINKERHOF stelt voor den secretaris aan
te wijzen.
De heer LAÜREY zou den secretaris wel de schrifte-
lijke verdediging willen opdragen, doch zou het beter
'V Mi'Uf ,'f
vinden, wanneer de Voorzitter de mondelinge verdedi
ging op zic£ nam.
V 't f1 LÏ
De heer SPRENGER zegt, dat, wanneer de Voorzitter
gaat, deze natuurlijk het r&pport van den Eeden ver-
dedigt; dat is absurd en schandelijk.
-f ÏO 1 .1
astro* zeïeBol
Het voorstel' van den heer Brinkerhof om inplaats
J
van den Voorzitter den Secretaris de verdediging
i -
voor den Raad van State op te dragen wordt in stemminj
gebracht en verworpen met 13 tegen 2 stemmen.
Tegen stemden de heeren: Oomen; Rijppaart; Brouwers;
i'sui 1
Van Nooten; Rops; Verdaasdonk; Kuijsten; Van Gestel;
n trrer I; 0 ef J
a I I r q q e b
Van Eijl; Laurey; Velt man; de Hoon en Loerakker.
Voor stemden de heeïen: Sprenger en Brinkerhof.
De VOORZIÏTER dankt de meerderheid van den Raad
voor
-
c v v 1 r cr t c
r
C\> V
V J.
100G