worden gelaten, wijl anders dubbele uit- keering zou plaats hebben» t. V Si v-i.i' (..'Li 1 ÜC De heer OOMEN is van oordeel, dat de schoolbe sturen tengevolge van deze verlaging in beroep zullen gaan. De heer LAUREY Is van oordeel, dat het prae- advies onjuist is. De bijzondere scholen hebben recht op den toeslag. De heer SPRENGDE heeft deze kwestie uitboerig bestudeerd» Spreker kan zich in beginsel vereeni gen met het prae-adbies. Het is de logische konse- kwentie van de koninklijke besluiten van 4 October en 12 November 1928» Maar spreker wijst op het ge vaarlijke, dat er in het punt is gelegen. Hier is strijd met de wet en dat' levert gevaar. De juris prudentie sedert 1928 beteekent een ongebreidelde brijheid voor de schoolbesturen om leerboeken aan te schaffen» Spreker is van oordeel, dat het bedrag voor leermiddelen en -schoolbehoeften ad 233.87 wel meegerekend moet worden. Het bedrag van 186»15 voor schoolboeken moet niet meegerekend worden» Spreker komt tot eene berekening van 1.46 per leerling hooger. Het is spreker verder niet duide lijk, waarom een bedrag van 0.50 voor administra tiekosten in rekening moet worden gebracht, terwijl het vorig jaar 0.25 voldoende werd geacht. De VOORZITTER acht het niet juist eene split sing te maken tusschen schoolboeken eenerzijds en leermiddelen en schoolbehoeften anderzijds. De heer LOERAKKER vindt het best, dat het prae-advies wordt aangenomen en dat de school besturen in beroep gaan» n

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 64