penserijen, drogerijen, rookerijen, zoutarijen
van dierlijke stoffen, vetsmelterijen en inrich-
tingen, bestemd tot bewaring of verwerking van
bloed of dierlijken afval, indien de ingezetenen
van de gemeente krachtens eene regeling het be-
.-tv' T
drijf kunnerjfaitoefenen in een slachthuis in eene
1 uJbXo J&&V O" Obilx.
naburige gemeente#
o i f v ui
Blijkens ontvangen missive van den Minister
,n; -
van Arbeid, Handel en Nijverheid beftooren alle
■-•r 1 II'. i;
slagerijen enz. uiterlijk 24 September 1931 te
IK nii; x ui ,:t
voldopn aan de eischen, krachtens de Vleesch-
keuringswet gesteld#
Het is daarom van belang voor de slagers
nedioov xïI nellebom eb iijbv
dezer gemeente althans eenige zekerheid te
hebben of de Raad eene verordening wenscht
a t?'. lev ev j i -
vast te stellen ingevolge artikel 26 der
-a.--iK.-L <J Ot» 9i.il 4 J*.: X. X t, QQ
VleeschkeuringsIX&KiwetWanneer eene derge-
lijke verordening wordt vastgesteld, zullen de
slagers verplicht worden in het abattoir van
Breda te slachten, In dat geval behoeven zij
niet de kosten te maken van het in overeenstem
ming brengen hunner slachterijen met de voor
schriften der Vleeschkeuringswet.
Indien de Raad daarentegen beslist niet de
bedoeld ^verordening vast te stellen, dan zul
len zij behooren over te gaan tot het inrichten
van hunne inrichtingen naar de eischen der weto
Het is echter duidelij k, dat de Raad alleen
kan beslissen, dat thans niet tot het uitvaar
digen van eene verordening zal worden overgegaan;
de mogelijkheid blijft steeds bestaan, dat de
Raad in de toekomst een verbod tot slachten enz.
uitvaardigt. Wann9er
I 'i II0 I «4 x 03 x i i3 £l X T t 'i