sing te nemen.
Verschillende stukken zijn overgelegd.
f 'i Dr -it '1 jV t gjo>i -
De VOORZITTER handhaaft zijn meening in de vorige
vergadering geuit. Hij vreest, dat de slagers de kon-
sekwentie van hun houding niet doorzien en de eischen
van de Vleeschkeuringswet te licht beoordeelen; zij
zullen zich, na invoering van de keuring volgens d9
Vleeschkeuringswet, toch tot Breda moeten wenden.
De heer LAUREY zegt, dat de Raad voor eene ge
wichtige en moeilijke beslissing staat. De beslissing
is gewichtig, omdat het hier betreft een onderwerp van
hygiene; moeilijk, omdat een deel der neringdoenden
sullen worden gedwongen hun bedrijf naar Breda te ver
leggen. Spreker heeft den indruk gekregen, dat de sla
gers niet_ met handen en voeten aan Breda willen worden
overgeleverd. Breda zal bepalen den slachttijd, de
retributie enz. Op dat alles hebben belanghebbenden
niet den geringsten invloed, te meer niet, omdat Breda
de tarieven eenzijdig zou gaan verhoogen. Ginneken
heeft niet de reputatie slecht vleesch te leveren.
Spreker heeft niet de overtuiging gekregen, dat de
hygiene aansluiting aan het abattoir eischt. Spreker
heeft nog. een andere overweging om tegen het abattoir
te stemmen. De wetgever heeft tweeërlei methoden aange-
merkt als voldoende voor de volksgezondheid n.l. slach-
ten ineen abattoir of slachten in eigen slachterijen.
De wetgever acht de hygiene voldoende verzekerd, wanneer
een dezer methoden wordt toegepast. Spreker weet niet
of de slagers aan die eischen zullen kunnen voldoen.
De wetgever vindt beide middelen goed en daarom zal
spreker stemmen tegen het abattoir. Spreker wil nog
eene
"'vi' t
i C» i a - .J v J*- s- i' - XJ i i v'i «b 11 w A. .a
i J. .i 1 U