„jneib t£ rtebnscfd sn i er tofizóü teri eene bemerking maken. Hem heeft getroffen de hautaine toon van Breda. In de brieven van Breda kont voortdurend voor de slagers te dwin gen aan te sluiten en spreker meende niet te mogen laten, daarop te wijzen. De VOORZITTER zegt, dat de hautaine toon van Breda hem ook heeft getroffen. We dwingen niets. We hebben geoordeeld over de weder zij dsohe belangen. Het gaat over de kwestie, wat is het beste. De heer BRINKERHOF zegt zijn meening in de vorige vergadering te hebben medegedeeld. Spreker onderschrijft de meening van den heer Laurey. In de vorige vergadering werd terloops naar voren gebracht de vraag* of de boeren onder het abattoir vallen. Spreker zou het betreuren, indien de menschen daartoe ver plicht zouden worden*. Waar de wet twee manie ren van-slachten toestaat, zijn we verantwoord, wanneer we één van die methoden toepassen en dato hebben we de belangen van de Ginnekenaren naar behooren behartigd. Spreker zal tegen aansluiting stemmen. De heer SPRENGER zegt? De heer laurey meent, dat de slagers wel weten, waaraan zij OJBi - i it Si i- lf/1" X X 'I, 1 }i f "O toe zijn, wanneer zij in eigen slachtplaatsen slachten; gezien de vale onjuiste cijfers, die de slagers gebruiken in hunne rapporten, 'laatstelijk van 14 Juni j.l. betwijfel ik sterk, of zij die wetenschap wel hebben. Ook meent de heer Laurey, dat de slagers worden "overgeleverd aan Breda, maar dat geldt voor de T vre cinc nehneo-b'^ni )ÏQÏ: nei li;. X 6 \CIS f -i X at

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 85