De heer VERBAASDONK kan zich geheel ver-
1 .iï.L- tneoJb Je oar Qirf d\ew tJbg££i t ei
eenigen met het betdog van den heer Loerakker®
.loibl
Er heeft eene bespreking plaats gehad met de
..'..V: I f
slagers» Spreker heeft daarbij ook gewezen
op de bezwaren en afgevraagd of er een verkapte
Ot' Cf 'tv- ;f L-i >-. -.0
centrale slachtplaats zal komen® Door al de
>-.■■■•■ l /u. ..ie a; nt .o.. l i
slagers is gezegd, dat ze geen bezwaar hebben
i i jVte 3.
alr.de kosten te makenk welke de wet eischt»
De slagers moeten dan zelf de konsekwentie
1 t,:u i ra, j x,
maar dragen# De wet waarborgt, dat aan de eischen
'tv i V- ,f
der hygiene zal worden voldaan» Breda is on-
a
voorzichtig geweest bij de stichting van het
abattoir te rekenen op de Medewerking van
i t erf re asm iel-a rei&ï faiea .hnsfanegeJ
Ginneken. Er moet nu eerst over worden be-
if Cl' ,1
slist en het gebouw staat er en is kant en
klaar
1 V i. 7 i i ij t
De VOORZITTER vraagt den heer Loerfckfcer
3
waarom deze tegen een eigen abattoir te Gin-
'-1 i
neken Jseu zijn.
j
De heer LOERAKKER zegt het niet ge
nt
wenscht te achten, wanneer hier vlakbij een
abattoir is. dat onder den rook daarvan
weer een abattoir zou worden gesticht.
De VOORZITTER ziet de economische
•neaenniO ©f sj'jBjBlqiriojsIs negie nse "ïoov neleov
mogelijkheid van een eigen abattoir niet inj
i r, -x
wat zou er anders op tegen zijn»
-5-
De heer LOERAKKER zegt, dat de slagers
-faosls elsafneo efqB^iev nee feb a&Bia ei sof
niet willen aansluièen. Dan moeten ze maar
hebben, wat er toe staat»
tiojfjMJB jMü obm sniflvlensj
,i..' i
De heer VELTMAN meent, dat het de be-
ie ia eïb (ai»^£la eb n.sv -gntaeoler toov aefrfoe
doeling is van den heer Loerakker, dat ze
r i >J i:ii i
niet slachten in andermans slachtplaats.