S' 18 9 De te betalen bedragen worden zoo noodig naar x beneden afgerend tot op een heelen cent» I SÊkAÊtk st tf o -htó ttv MM KH •- - De bepaling betreffende het minimum van 0»25 achten wij noodig met het oog op het bepaalde w in hei eerste lid van artikel 64 der Wet op het leeveod ^ieijtqosX js&aiv eb fêa fraok brood w Lager Onderwijs, nu hst tweede lid van artikel J 66, hetwelk oorspronkelijk degressieve heffing -t i V i n toestond, is vervallen* Wij stellen voor overeenkomstig vorehstaande te besluiten en de wijziging in werking te laten '1'.: i v j, v - t ,J.i treden op 1 Januari 1831» ff De heer SPR33FGER, zijn voorstal toelichtend, zegt, dat de verdediging veel gemakkelijker is dan eenige a jaren geleden» Allerlei min of meer gezochte wettelijke bezwaren moesten doen bestreden wordene En thans wordt onze memorie van toelichting eigenlijk niet aangevallen» Integendeel? Burgemeester en Til et houders geven thans te kennen, dat een degressieve schoolgeldheffing hun bij zonder sympathiek is» Die sympathie acht spreker kunst matig ontstaan onder den druk van de afdeeling Ginneken van den R,K» Bond voor Groote Gezinnen» - j. j j Burgemeester en Wethouders achten natuurlijk het systeem van genoemden Bond beter dan dat der voorstel lers en maken er een vierde inkomstenbelasting van, naast rijksinkomstenbelast ing, verdedigingsbelasting II en gemeente fdndsbelasting» Zij halen er het beginsel belasting naar draagkracht bij. Schoolgeld echter is een retributie, een vergoeding voor diensten door de overheid bewezen, eene retributie met aftrek voor minder draa&krachtigen; in die lijn verder gaande is reductie voor het tweede, derde e»v. x kind t 9

Raadsnotulen en jaarverslagen

Ginneken en Bavel - Notulen van de gemeenteraad | 1930 | | pagina 96a