betoogd naar aanleiding van de vragen be-
treffende het bouwen van scholen aan den
Driesprong;
Als een steller van vragen na ontvangen
antwoord van Burgemeester en Wethouders nog
aanleiding vindt om op die vragen in den Raad
terug te komen, beteekent dat in 't algemeen
dat hij door het antwoord niet bevredigd is.
öit is hier niet het geval en spreker waar-
X j
deert zeer het ontvangen uitvoerig antwoord,
JL i )v! i'V X »f»4v I
waarvan hij de cijfers en feiten gaarne aan-
vaardt. Over de meening van Burgemeester en
D JJ. i «l. v i» .f
Wethouders ware van gedachten te wisselen.
Algemeen zijn we het er over eens, dat bij de
tegenwoordige jurisprudentie een verzoek bij
i it Iae.ieli e
fe'l ;if. ei -T li
f iv rit' '1 "i ii'. i
<j iI i t i I i t i 1
ni 1 u. .ir v V
hoogere autoriteiten geen effect zou hebben.
o v
Waarom ik er toch op terug kom? Omdat in het
£ïv essu .Jö'seies i&j rrsjbeu en aoov
antwoord van Burgemeester en Wethouders tot
tweemaal toe de meening wordt geuit, dat zij
dei/bouw der scholen te Teteringen betreuren.
■4. iïv ion
Dit vindtf ik van zoo groot belang, dat ik
er nog in 't openbaar op wil terugkomen.
We hebben hier een duidelijke uitspraak
i ioi.ilv i lenno
•tn* e i. :h 7 rit t
van een rechtsch college van Burgemeester en
Wethouders, waarin zij erkennen, dat de tegen-
0
woordige tpepassing dar L.O. Wet tot buiten-
1:
sporigheden leidt.
Burgemeester en Wethouders bevinden zich
hier in goed PSSKI gezelschap, zegt spreker,
en hij citeert een vastenbrief van den Bis-
sbhop van Roermond. Deze wijst er ook op,
dat het niet de bedoeling is van den wetgever,
7 ,)V i. rr r i
ui..
1
'7